Toelichting behorende tot de geconsolideerde jaarrekening
2.2.1.1.1
ForFarmers B.V. (de Vennootschap) is een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, statutair gevestigd in Nederland. Het adres is Kwinkweerd 12, 7241 CW Lochem. De geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap over 2015 omvat de Vennootschap en haar dochtermaatschappijen (tezamen te noemen de 'Groep' of 'ForFarmers') en het belang van de Groep in de joint venture.
Per 31 december 2015 heeft Coöperatie FromFarmers U.A. een belang van 61,0% in ForFarmers B.V. (25,4% wordt direct door de coöperatie gehouden en 35,6% wordt gehouden voor rekening van haar leden). Tezamen met de certificaten in het bezit van haar leden, bedraagt het belang 68,2%. De resterende 31,8% is in het bezit van derden.
ForFarmers B.V. is een internationale organisatie, actief in Noord West Europa, die nutritionele oplossingen biedt voor zowel de reguliere als de biologische veehouderijen voornamelijk in de rundvee-, varkens-, pluimvee- en paardensector. Met haar Total Feed Business levert de organisatie een compleet assortiment aan producten, van voer tot zaden en meststoffen.
De geconsolideerde (en enkelvoudige) jaarrekening is goedgekeurd voor publicatie door de Directie en de Raad van Commissarissen op 21 maart 2016. De jaarrekening van de Groep staat geagendeerd voor vaststelling op de Algemene Vergadering van Aandeelhouders op 15 april 2016.
De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld op basis van de continuïteitsveronderstelling.
2.2.1.2.1
Overeenstemmingsverklaring
De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met International Financial Reporting Standards zoals aanvaard door de Europese Unie (EU-IFRS, hierverder vermeld als IFRS) en artikel 2:362 lid 9 BW.
De enkelvoudige winst-en-verliesrekening van de Vennootschap is opgesteld met gebruikmaking van de vrijstelling uit artikel 2:402 BW.
Waarderingsbasis
De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld op basis van historische kosten, met uitzondering van de volgende posten die op iedere balansdatum zijn gewaardeerd op een alternatieve basis:
- afgeleide financiële instrumenten zijn gewaardeerd tegen reële waarde;
- niet-afgeleide financiële instrumenten zijn gewaardeerd tegen reële waarde per de eerste datum van opname en vervolgens gewaardeerd tegen geamortiseerde kosten onder aftrek van eventuele bijzondere waardeverminderingen (deze laatste slechts in het geval van financiële instrumenten die zijn geclassificeerd als een actief);
- individuele activa en verplichtingen in een bedrijfscombinatie zijn gewaardeerd gebaseerd op de acquisitiemethode per de eerste datum van opname, waarbij de voorwaardelijke vergoedingen tegen reële waarde zijn gewaardeerd;
- biologische activa zijn gewaardeerd tegen reële waarde minus verkoopkosten;
- belastingverplichtingen uit hoofde van op aandelen gebaseerde betalingstransacties die in geldmiddelen worden afgewikkeld worden gewaardeerd op reële waarde; en
- de netto verplichting (activa) uit hoofde van toegezegd-pensioenregelingen is gewaardeerd tegen de reële waarde van de fondsbeleggingen verminderd met de contante waarde van de toegezegd-pensioenrechten.
Informatie over de gevormde oordelen bij de toepassing van de grondslagen die het meeste van invloed zijn op de in de jaarrekening opgenomen bedragen is opgenomen in noot 37 en 38.
Functionele valuta en presentatie valuta
De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld in euro’s. Dit is tevens de functionele valuta van de Vennootschap. Alle financiële informatie die in euro’s wordt gepresenteerd is afgerond op het naastliggende duizendtal, tenzij anders is aangegeven.
Gebruik van schattingen en oordelen
Bij het opstellen van deze geconsolideerde jaarrekening heeft het management oordelen gevormd en schattingen en veronderstellingen gemaakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen.
De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Deze oordelen, veronderstellingen en schattingen zijn gemaakt, rekening houdend met de meningen en de adviezen van (externe) deskundigen. Herziening van schattingen worden verwerkt in de periode waarin de schattingen worden herzien en in de toekomstige perioden waarin deze wijzigingen invloed hebben.
De schattingen en veronderstellingen die het meest relevant worden beschouwd zijn:
- test op bijzondere waardeverminderingen (‘impairment test’): belangrijkste veronderstellingen met betrekking tot de realiseerbare waarden (noot 15);
- gebruiksduur van materiële vaste activa en immateriële activa (noot 14 en 15)
- verwerking van latente belastingvoordelen: beschikbaarheid van toekomstige fiscale winsten die kunnen worden gebruikt ter voorwaartse compensatie van fiscale verliezen (noot 13);
- waardering van handels- en overige vorderingen (noot 20);
- waardering van verplichtingen uit hoofde van toegezegd-pensioenregelingen: belangrijke actuariële veronderstellingen (noot 26); en
- verwerking en waardering van voorzieningen en voorwaardelijke verplichtingen: belangrijke veronderstellingen over de waarschijnlijkheid en omvang van een uitstroom van middelen (noot 27).
Bepaling van de reële waarde
Voor een aantal waarderingsgrondslagen en toelichtingen is bepaling van de reële waarde vereist, voor zowel financiële als niet-financiële activa en verplichtingen.
Bij het bepalen van de reële waarde van een actief of een verplichting maakt de Groep zoveel mogelijk gebruik van op de markt waarneembare gegevens. De reële waarden worden ingedeeld naar verschillende niveaus op basis van de reële-waardehiërarchie, afhankelijk van de inputs op basis waarvan de waarderingstechnieken zijn toegepast. De verschillende niveaus zijn als volgt gedefinieerd.
- Niveau 1: genoteerde marktprijzen (niet gecorrigeerd) in actieve markten voor identieke activa of verplichtingen.
- Niveau 2: input die geen onder niveau 1 vallende genoteerde marktprijzen betreft en die waarneembaar is voor het actief of de verplichting, hetzij rechtstreeks (i.c. in de vorm van prijzen) hetzij indirect (i.c. afgeleid van prijzen).
- Niveau 3: input voor het actief of de verplichting die niet is gebaseerd op waarneembare marktgegevens (niet-waarneembare input).
De Groep verwerkt eventuele herrubriceringen tussen de niveaus van reële-waardehiërarchie aan het einde van de verslagperiode waarin de wijziging zich heeft voorgedaan. Indien de inputs die worden gebruikt voor het bepalen van de reële waarde van een actief of verplichting binnen verschillende niveaus van de reële-waardehiërarchie vallen, dan wordt de bepaalde reële waarde in zijn geheel ingedeeld in hetzelfde niveau van de reële-waardehiërarchie als de input van het laagste niveau die van belang is voor de gehele meting.
Op aandelen gebaseerde betalingstransacties (noot 24)
Voor wat betreft de aan medewerkers toegekende certificaten van aandelen is de reële waarde gebaseerd op de marktprijs zoals van toepassing op het multilaterale handelsplatform dat wordt geëxploiteerd door Van Lanschot en indien noodzakelijk gecorrigeerd voor de voorwaarden waaronder de certificaten zijn toegekend. Voor meer informatie over de bepaling van de reële waarde wordt verwezen naar noot 24.
Materiële vaste activa en vastgoedbeleggingen (noot 14 en 16)
De reële waarde van materiële vaste activa en vastgoedbeleggingen verkregen in het kader van bedrijfscombinaties is de geschatte waarde waartegen het actief zou kunnen worden verhandeld tussen een goed geïnformeerde koper en verkoper in een zakelijke transactie tussen derde partijen. De reële waarde van materiële vaste activa en vastgoedbeleggingen is gebaseerd op de marktbenadering en kostprijs benadering, waarbij gebruik wordt gemaakt van bekende marktprijzen voor vergelijkbare activa indien beschikbaar en vervangingskosten wanneer van toepassing. De vervangingswaarde houdt rekening met aanpassingen voor slijtage en functionele en economische veroudering.
Immateriële activa, exclusief goodwill (noot 15)
De reële waarde van patenten en merknamen verkregen in een bedrijfscombinatie is gebaseerd op de contante waarde van de geschatte royalty betalingen die naar verwachting kunnen worden vermeden als gevolg van het verkrijgen van deze patenten en merknamen. De reële waarde van de cliëntenportefeuille verkregen in een bedrijfscombinatie wordt vastgesteld gebruik makend van de overwinst-benadering. De reële waarde van overige immateriële activa is gebaseerd op de contante waarde van de verwachte toekomstige kasstromen die met het gebruik en uiteindelijke verkoop van de desbetreffende activa zullen worden gerealiseerd.
Biologische activa (noot 19)
Indien er een markt is voor de desbetreffende biologische activa, wordt de marktprijs gezien als de juiste grondslag voor vaststelling van de waarde van deze activa. Indien er geen sprake is van een actieve markt, worden een of meer van de volgende methoden gebruikt om de reële waarde te schatten:
- de prijs gehanteerd bij de meest recente transactie (er van uitgaande dat er geen significante wijziging heeft plaatsgevonden in economische omstandigheden tussen de datum van de transactie en de balansdatum);
- marktprijzen voor vergelijkbare activa waarbij wordt gecorrigeerd voor aanwezige verschillen tussen de desbetreffende activa.
Bij het vaststellen van de reële waarde van vee zijn de inschattingen van het management nodig om de reële waarde vast te stellen. Deze schattingen en beoordelingen hebben betrekking op het gemiddelde gewicht van een dier, sterftecijfers en de actuele levensfase van het dier.
Voorraden (noot 18)
De reële waarde van de voorraden verkregen in een bedrijfscombinatie wordt vastgesteld op basis van de geschatte verkoopprijs bij normale bedrijfsuitoefening minus de geschatte kosten voor verkoop en verkoopgereed maken en minus een redelijke winstmarge gebaseerd op de inspanningen die nodig zijn voor het verkoopgereed maken en verkopen van de voorraden.
Financiële instrumenten, anders dan derivaten (noot 29)
De reële waarde bij de eerste opname van handels- en overige vorderingen, handelsschulden en overige te betalen posten met een looptijd langer dan een jaar wordt bepaald op basis van de contante waarde van de toekomstige kasstromen, contant gemaakt tegen de marktrente op balansdatum, rekening houdende met eventuele bijzondere waardeverminderingen en het risico van oninbaarheid (van toepassing indien het een actief betreft). Bij het bepalen van het effectieve rentepercentage wordt rekening gehouden met opslagen en kortingen op het moment van de acquisitie.
Derivaten (noot 25)
De reële waarde van derivaten wordt bepaald op basis van beschikbare marktinformatie of schattingsmethoden. In het geval van schattingsmethoden, wordt de reële waarde geschat:
- door af te leiden van de reële waarde van de componenten of van een vergelijkbaar financieel instrument, indien een betrouwbare reële waarde kan worden aangetoond voor de componenten of een vergelijkbaar financieel instrument; of
- gebruik makend van algemeen aanvaarde waarderingsmodellen en waarderingstechnieken.
2.2.1.3.1
Deze jaarrekening, voor het boekjaar eindigende per 31 december 2015, is de eerste jaarrekening die de Groep heeft opgesteld op basis van IFRS. Voor de jaren tot en met het boekjaar eindigend op 31 december 2014, heeft de Groep haar jaarrekeningen opgesteld op basis van Nederlandse verslaggevingsregels.
De Groep heeft derhalve haar jaarrekening 2015 opgesteld op basis van IFRS en heeft de vergelijkbare gegevens over het jaar 2014 ook op basis van IFRS weergeven, zoals ook is weergegeven in de samenvatting van de belangrijke waarderingsgrondslagen in noot 37.
Bij het opstellen van deze jaarrekening is de openingsbalans per 1 januari 2014 opgesteld, hetgeen de datum is van de overgang naar IFRS. Omdat deze jaarrekening de eerste jaarrekening is van de Groep die is gebaseerd op IFRS, is de openingsbalans per 1 januari 2014 additioneel toegevoegd, vergeleken met de reguliere opstellingen over twee jaren. Deze noot geeft een toelichting op de belangrijkste aanpassingen die zijn gemaakt bij invoering van IFRS 1, door aanpassing van de op Nederlandse verslaggevingsregels gebaseerde financiële positie op 1 januari 2014 en 31 december 2014 en de winst-en-verliesrekening voor het boekjaar eindigend op 31 december 2014.
Toegepaste vrijstellingen
De Groep heeft gebruik gemaakt van de volgende vrijstellingen:
- IFRS 3 'Bedrijfscombinaties' is niet toegepast op verwerving van deelnemingen die als ondernemingen worden beschouwd onder IFRS of belangen in gelieerde ondernemingen en joint ventures die zijn verworven voor 1 januari 2014. Het gebruikmaken van deze vrijstelling betekent dat de onder Nederlandse verslaggevingsregels vastgestelde waarden voor activa en verplichtingen die moeten worden verwerkt onder IFRS zijn aangemerkt als kostprijs op de datum van acquisitie. Na de datum van acquisitie vindt waardering plaats conform IFRS. Activa en verplichtingen die niet kwalificeren voor waardering onder IFRS zijn niet opgenomen in de IFRS openingsbalans. De Groep heeft geen activa of verplichtingen moeten waarderen als gevolg van de invoering van IFRS, die onder de Nederlandse verslaggevingsregels niet waren gewaardeerd. De Groep heeft ook geen activa of verplichtingen die waren gewaardeerd onder de Nederlandse verslaggevingsregels buiten haar balans moeten laten als gevolg van de invoering van IFRS.
- IFRS 1 vereist dat de onder de Nederlandse verslaggevingsregels opgenomen waarde van goodwill moet worden gebruikt in de openingsbalans onder IFRS (afgezien van het aanpassen van goodwill als gevolg van bijzondere waardeverminderingen en opname of niet-opname van immateriële activa). In overeenstemming met IFRS 1 heeft de Groep de opgenomen goodwill getest op de noodzaak voor bijzondere waardeverminderingen per de datum van overgang naar IFRS. Uitkomst van deze test was dat er geen aanpassing van de goodwill nodig was per 1 januari 2014.
- Cumulatieve valuta omrekeningsverschillen voor alle buitenlandse ondernemingen worden geacht nihil te zijn per 1 januari 2014.
- De overgangsbepaling in IFRIC 4 'Bepaling of een overeenkomst een lease bevat' is toegepast en alle relevante overeenkomsten zijn beoordeeld op de voorwaarden die van toepassing waren op de datum van overgang naar IFRS.
- De overgangsbepaling in IAS 23 'Leenkosten' is toegepast en als gevolg daarvan activeert de Groep de kosten van leningen gerelateerd aan zich daarvoor kwalificerende activa na de datum van overgang naar IFRS. In overeenstemming daarmee, heeft de Groep geen aanpassing doorgevoerd voor kosten van leningen die zijn geactiveerd onder de Nederlandse verslaggevingsregels, met betrekking tot de periode voor de overgang naar IFRS.
- Een verplichting voor buitengebruikstelling van vaste activa is opgenomen in overeenstemming met IAS 37 per de datum van overgang naar IFRS en er is een schatting gemaakt van het bedrag op het moment van ontstaan van de verplichting op de datum van overgang naar IFRS.
- De vrijstelling van IAS 39 'Winst of verliesvoorzieningen op dag één' is toegepast op transacties die hebben plaatsgevonden op of na de datum van overgang naar IFRS. Als gevolg daarvan zijn transacties die hebben plaatsgevonden voor de datum van overgang naar IFRS niet met terugwerkende kracht aangepast.
- De waardering van financiële activa en verplichtingen op reële waarde via de winst-en-verliesrekening of als aangemerkt voor verkoop is uitgevoerd per de datum van overgang naar IFRS.
- De vrijstelling om de reële waarde als veronderstelde kostprijs te gebruiken voor items onderdeel uitmakend van materiële vaste activa per de datum van overgang naar IFRS.
Schattingen
De schattingen per 1 januari 2014 en 31 december 2014 zijn gebaseerd op de op dat moment beschikbare informatie en zijn consistent met de onder de Nederlandse verslaggevingsregels gemaakte schattingen (na aanpassingen samenhangend met de verschillen in waarderingsgrondslagen) met uitzondering van de volgende onderwerpen, waar toepassing van de Nederlandse verslaggevingsregels geen schatting vereiste:
- analyse van de noodzaak tot bijzondere waardeverminderingen van goodwill;
- analyse van de noodzaak tot bijzondere waardevermindering op de investering in de joint venture.
De schattingen gemaakt door de Groep om deze bedragen in overeenstemming met IFRS te kunnen presenteren zijn gebaseerd op de situatie op 1 januari 2014, de datum van overgang naar IFRS en op 31 december 2014.
2.2.1.3.2
Overzicht van de invloed van de overgang naar IFRS
De invloed van de overgang op het vermogen en het resultaat kan als volgt worden samengevat:
€ 1.000
IFRS 1 noot | Nederlandse verslaggevings- regels | Invloed van HaBeMa *) | Aanpassingen overgang | IFRS | |
31 december 2013 | 1 januari 2014 | ||||
Activa | |||||
Materiële vaste activa | I | 195.043 | -15.596 | 2.052 | 181.499 |
Immateriële activa en goodwill | G | 61.660 | - | - | 61.660 |
Vastgoedbeleggingen | I | - | - | 6.014 | 6.014 |
Handels- en overige vorderingen | 5.503 | - | - | 5.503 | |
Deelnemingen verwerkt volgens de 'equity'-methode | H | - | 16.337 | - | 16.337 |
Overige beleggingen | 712 | -603 | - | 109 | |
Uitgestelde belastingvorderingen | J | 14.969 | 701 | -9.253 | 6.417 |
Vaste activa | 277.887 | 839 | -1.187 | 277.539 | |
Voorraden | E | 99.977 | -6.321 | -5.576 | 88.080 |
Biologische activa | E | - | - | 5.560 | 5.560 |
Handels- en overige vorderingen | 249.808 | -3.683 | -1.230 | 244.895 | |
Actuele belastingvorderingen | - | - | 447 | 447 | |
Geldmiddelen en kasequivalenten | 146.840 | -35 | - | 146.805 | |
Activa geclassificeerd als aangehouden voor verkoop | - | - | - | - | |
Vlottende activa | 496.625 | -10.039 | -799 | 485.787 | |
Totaal activa | 774.512 | -9.200 | -1.986 | 763.326 | |
Eigen vermogen | |||||
Aandelenkapitaal | 106.261 | - | - | 106.261 | |
Agio | 38.356 | - | - | 38.356 | |
Reserve eigen aandelen | K | - | - | -466 | -466 |
Wettelijke reserves | K | 4.194 | - | -4.194 | - |
Reserve omrekeningsverschillen | K | -1.572 | - | 1.572 | - |
Overige reserves en ingehouden winsten | K | 160.006 | -300 | 35.755 | 195.461 |
Onverdeeld resultaat | 31.122 | - | -31.122 | - | |
Eigen vermogen toe te rekenen aan eigenaren van de Vennootschap | 338.367 | -300 | 1.545 | 339.612 | |
Minderheidsbelangen | 4.328 | - | - | 4.328 | |
Totaal eigen vermogen | 342.695 | -300 | 1.545 | 343.940 | |
Verplichtingen | |||||
Leningen en overige financieringsverplichtingen, inclusief derivaten | 129.251 | -3.735 | 328 | 125.844 | |
Personeelsbeloningen | B | 59.299 | -597 | 810 | 59.512 |
Voorzieningen | C | 10.053 | -1.586 | -1.591 | 6.876 |
Uitgestelde belastingverplichtingen | J | 16.251 | - | -8.053 | 8.198 |
Langlopende verplichtingen | 214.854 | -5.918 | -8.506 | 200.430 | |
Leningen en overige financieringsverplichtingen, inclusief derivaten | 27.099 | -1.416 | 472 | 26.155 | |
Voorzieningen | C | - | - | 5.686 | 5.686 |
Handelsschulden en overige te betalen posten | 185.834 | -1.566 | -1.186 | 183.082 | |
Actuele belastingverplichtingen | 4.030 | - | 3 | 4.033 | |
Kortlopende verplichtingen | 216.963 | -2.982 | 4.975 | 218.956 | |
Totaal verplichtingen | 431.817 | -8.900 | -3.531 | 419.386 | |
Totaal eigen vermogen en verplichtingen | 774.512 | -9.200 | -1.986 | 763.326 | |
*) Invloed heeft betrekking op de deconsolidatie van HaBeMa en de overgang naar IFRS van HabeMa (zie noot H) |
€ 1.000
IFRS 1 noot | Nederlandse verslaggevings- regels | Invloed van HaBeMa *) | Aanpassingen overgang | IFRS | |
31 december 2014 | 31 december 2014 | ||||
Activa | |||||
Materiële vaste activa | I | 205.882 | -16.804 | 1.196 | 190.274 |
Immateriële activa en goodwill | G | 74.455 | -27 | 2.920 | 77.348 |
Vastgoedbeleggingen | I | - | - | 5.400 | 5.400 |
Handels- en overige vorderingen | 4.946 | - | 75 | 5.021 | |
Deelnemingen verwerkt volgens de 'equity'-methode | H | - | 19.726 | - | 19.726 |
Overige beleggingen | 37 | - | - | 37 | |
Uitgestelde belastingvorderingen | J | 16.382 | -253 | -11.586 | 4.543 |
Vaste activa | 301.702 | 2.642 | -1.995 | 302.349 | |
Voorraden | E | 88.484 | -4.816 | -4.812 | 78.856 |
Biologische activa | E | - | - | 5.010 | 5.010 |
Handels- en overige vorderingen | 236.907 | -3.190 | 75 | 233.792 | |
Actuele belastingvorderingen | - | - | - | - | |
Geldmiddelen en kasequivalenten | 80.925 | -3.196 | - | 77.729 | |
Activa geclassificeerd als aangehouden voor verkoop | I | - | - | 834 | 834 |
Vlottende activa | 406.316 | -11.202 | 1.107 | 396.221 | |
Totaal activa | 708.018 | -8.560 | -888 | 698.570 | |
Eigen vermogen | |||||
Aandelenkapitaal | 106.261 | - | - | 106.261 | |
Agio | 38.356 | - | - | 38.356 | |
Reserve eigen aandelen | K | - | - | -466 | -466 |
Wettelijke reserves | K | 6.534 | - | -6.534 | - |
Reserve omrekeningsverschillen | K | 753 | - | 1.573 | 2.326 |
Overige reserves en ingehouden winsten | K | 169.735 | -636 | 163 | 169.262 |
Onverdeeld resultaat | 38.954 | 651 | 8.535 | 48.140 | |
Eigen vermogen toe te rekenen aan eigenaren van de Vennootschap | 360.593 | 15 | 3.271 | 363.879 | |
Minderheidsbelangen | 4.363 | - | - | 4.363 | |
Totaal eigen vermogen | 364.956 | 15 | 3.271 | 368.242 | |
Verplichtingen | |||||
Leningen en overige financieringsverplichtingen, inclusief derivaten | 54.136 | -3.991 | -396 | 49.749 | |
Personeelsbeloningen | B | 66.094 | -600 | 8.832 | 74.326 |
Voorzieningen | C | 10.033 | -1.481 | -988 | 7.564 |
Uitgestelde belastingverplichtingen | J | 17.286 | - | -10.425 | 6.861 |
Langlopende verplichtingen | 147.549 | -6.072 | -2.977 | 138.500 | |
Leningen en overige financieringsverplichtingen, inclusief derivaten | 3.332 | -785 | 455 | 3.002 | |
Voorzieningen | C | - | - | 1.991 | 1.991 |
Handelsschulden en overige te betalen posten | B | 186.627 | -1.385 | -3.627 | 181.615 |
Actuele belastingverplichtingen | 5.554 | -333 | -1 | 5.220 | |
Kortlopende verplichtingen | 195.513 | -2.503 | -1.182 | 191.828 | |
Totaal verplichtingen | 343.062 | -8.575 | -4.159 | 330.328 | |
Totaal eigen vermogen en verplichtingen | 708.018 | -8.560 | -888 | 698.570 | |
*) Invloed heeft betrekking op de deconsolidatie van HaBeMa en de overgang naar IFRS van HaBeMa (zie noot H) |
€ 1.000
2014 | IFRS 1 noot | Nederlandse verslaggevings- regels | Invloed van HaBeMa *) | Aanpassingen overgang | IFRS |
Winst- en verliesrekening | |||||
Omzet | E | 2.292.014 | -65.055 | -5.678 | 2.221.281 |
Kosten van grond- en hulpstoffen | E | -1.883.928 | 50.486 | 5.891 | -1.827.551 |
Brutowinst | 408.086 | -14.569 | 213 | 393.730 | |
Overige bedrijfsopbrengsten | 6.619 | - | -97 | 6.522 | |
Personeelskosten | B , F | -138.537 | 3.322 | 6.214 | -129.001 |
Afschrijvingen en amortisatie | G | -28.958 | 2.320 | 2.850 | -23.788 |
Overige bedrijfskosten | -188.109 | 2.644 | 566 | -184.899 | |
Bedrijfsresultaat | 59.101 | -6.283 | 9.746 | 62.564 | |
Financieringsbaten | D | 2.435 | -2 | 641 | 3.074 |
Financieringslasten | D | -8.110 | 258 | 168 | -7.684 |
Nettofinancieringslasten | -5.675 | 256 | 809 | -4.610 | |
Aandeel in het resultaat deelnemingen verwerkt volgens de 'equity'-methode, na belastingen | H | - | 4.664 | - | 4.664 |
Winst vóór belastingen | 53.426 | -1.363 | 10.555 | 62.618 | |
Winstbelastingen | J | -13.584 | 2.014 | -2.020 | -13.590 |
Winst over het boekjaar | 39.842 | 651 | 8.535 | 49.028 | |
Winst toe te rekenen aan: | |||||
Eigenaren van de Vennootschap | 38.954 | 651 | 8.535 | 48.140 | |
Minderheidsbelangen | A | 888 | - | - | 888 |
Winst over het boekjaar | 39.842 | 651 | 8.535 | 49.028 | |
*) Invloed heeft betrekking op de deconsolidatie van HaBeMa en de overgang naar IFRS van HaBeMa (zie noot H) |
Aansluiting van het eigen vermogen
€ 1.000
IFRS 1 noot | 31 december 2014 | 1 januari 2014 | |
Eigen vermogen onder Nederlandse verslaggevingsregels | 364.956 | 342.695 | |
Personeelsbeloningen | B | -5.875 | -3.689 |
Voorzieningen | C | 370 | 197 |
Financiële instrumenten | D | -72 | -1.014 |
Biologische activa | E | 147 | -12 |
Op aandelen gebaseerde transacties | F | 113 | - |
Bedrijfscombinaties | G | 2.533 | - |
Waardering joint venture HaBeMa | H | 16 | -300 |
Materiële vaste activa | I | 6.054 | 6.063 |
Eigen vermogen onder IFRS | 368.242 | 343.940 | |
Aansluiting van het totaal van gerealiseerde en niet-gerealiseeerde resultaten
€ 1.000
IFRS 1 noot | 2014 | |
Totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten onder Nederlandse verslaggevingsregels | 36.606 | |
Resultaat minderheidsbelangen | A | 915 |
Personeelsbeloningen | B | -2.186 |
Voorzieningen | C | 173 |
Financiële instrumenten | D | 942 |
Biologische activa | E | 159 |
Op aandelen gebaseerde transacties | F | 136 |
Bedrijfscombinaties | G | 2.533 |
Waardering joint venture HaBeMa | H | 316 |
Materiële vaste activa | I | -9 |
Totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten onder IFRS | 39.585 | |
2.2.1.3.3.1
Algemeen
In de onderstaande toelichting op de mutaties in winst-en-verliesrekening, balans, eigen vermogen en totaal overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten geven we de meest belangrijke mutaties weer. De invloed van de overgang naar IFRS is derhalve primair toegelicht uitgaande van hetgeen is gepresenteerd in de winst-en-verliesrekening, balans en het eigen vermogen.
A – Winst toe te rekenen aan minderheidsbelangen
Winst-en-verliesrekening
Er is geen transitie invloed anders dan de presentatie van het groepsresultaat in het boekjaar als toerekenbaar aan de eigenaren van de vennootschap en minderheidsbelangen in plaats van het in mindering brengen van het resultaat van minderheidsbelangen (ten bedrage van € 0,9 miljoen) op het resultaat van de Groep, hetgeen was toegelicht in de volgens de Nederlandse verslaggevingsregels ingerichte jaarrekening over 2014.
Overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten
Onder de Nederlandse verslaggevingsregels rapporteerde de Groep het inkomen als totaal van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten toerekenbaar aan de aandeelhouders van de Groep plus de niet-gerealiseerde resultaten toerekenbaar aan de minderheidsbelangen. Het totaal van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten over IFRS wordt gepresenteerd voor zowel aandeelhouders als minderheidsbelangen, resulterend in een toename van het totaal van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten van € 0,9 miljoen.
Eigen vermogen
Er is geen invloed op het eigen vermogen.
B – Personeelskosten
Winst- en verliesrekening
De met de overgang naar IFRS samenhangende aanpassingen voor personeelskosten ten bedrage van € 6,2 miljoen hebben betrekking op verschillende items:
- de aanpassing voor pensioenregelingen (€ 6,5 miljoen, hierna verder uiteengezet);
- de aanpassing voor overige lange-termijn beloningsplannen (€ 0,2 miljoen, hierna verder uiteengezet);
- reclassificaties tussen overige bedrijfskosten, financieringskosten en personeelskosten (- € 0,5 miljoen).
B1.
Onder de Nederlandse verslaggevingsregels werden de pensioenplannen in Nederland verantwoord in overeenstemming met de Nederlandse verslaggevingsregels. Met betrekking tot de pensioenplannen in het Verenigd Koninkrijk en Duitsland maakte de Groep reeds gebruik van de optie onder de Nederlandse verslaggevingsregels om IAS 19 toe te passen.
De kosten van pensioenregelingen in het jaar 2014 zijn positief beïnvloed met € 6,5 miljoen, welk bedrag bestaat uit:
- Een bedrag van € 3,0 miljoen als gevolg van aanpassingen in 2014 , veroorzaakt door de afname van het opbouw percentage van 2,0% naar 1,875% en de reductie van het maximaal pensioengevend salaris tot € 100.000 in de Nederlandse wetgeving.
- De actuele pensioenkosten die € 2,7 miljoen lager zijn dan de werkgeversbijdrage verantwoord onder de Nederlandse verslaggevingsregels. Deze lagere kosten zijn het resultaat van de actuariële berekeningsmethode waarin de totale pensioenkosten gelijkelijk worden verdeeld over de duur van het dienstverband van de medewerker. De werkgeversbijdrage hangt af van het pensioengevend salaris in het respectievelijke jaar.
- Verschillende aannames in de Duitse pensioenkosten (hoofdzakelijk in rente), resulterend in een afname van € 0,8 miljoen.
B2.
De Groep kent een lange-termijn beloningsplan, dat onder de Nederlandse verslaggevingsregels volledig werd verantwoord via de winst-en-verliesrekening van het jaar waarop het plan betrekking had. Onder IFRS moet de periode waarin de toegekende bedragen definitief worden in aanmerking worden genomen.
Dit verschil in rapportage resulteerde in een positieve invloed op het resultaat van € 0,2 miljoen.
Overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten B1. + B2.
Als gevolg van de actuariële berekeningen onder IFRS heeft de Groep een bedrag van € 6,8 miljoen, na belastingen, verantwoord als verlies via de niet-gerealiseerde resultaten. Dit was het gevolg van de verandering in de disconteringsvoet tussen 1 januari 2014 en 31 december 2014. Samen met de positieve invloed op de personeelskosten van € 4,6 miljoen (hetgeen overeenkomst met de € 6,5 miljoen, na belastingen) resulteerde dit in een effect op het totaal van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten van € 2,2 miljoen.
Eigen vermogen B1. + B2.
Het verschil tussen de invloed op het eigen vermogen per 1 januari 2014 (€ 3.689 duizend) en 31 december 2014 (€ 5.875 duizend) is € 2.186 duizend, hetgeen overeenkomt met de invloed op de gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten.
Balans B1.
Onder de Nederlandse verslaggevingsregels was een voorziening gevormd voor de toekomstige pensioenverplichtingen die het gevolg waren van de acquisitie van Hendrix UTD in 2012.
In dit verband was met Nutreco een overeenkomst gesloten over de verrekening en betaling van pensioenverplichtingen die betrekking hebben op de periode voor de acquisitie van Hendrix UTD. Onder IAS 19 moet de resulterende verplichting niet gepresenteerd als onderdeel van de voorziening voor pensioenverplichtingen, maar als onderdeel van de voorzieningen en overige verplichtingen (als onderdeel van de handelsschulden en overige te betalen posten).
C – Voorzieningen
De Groep heeft de voorzieningen onder de Nederlandse verslaggevingsregels verantwoord op basis van de nominale waarde. Onder IFRS moeten de voorzieningen worden verantwoord op basis van de netto contante waarde.
Winst-en-verliesrekening
Het terugdraaien van de discontering van de voorzieningen resulteerde in een verschil van € 173 duizend en is verantwoord onder financiële lasten.
Overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten
De invloed op het totaal van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten is gelijk aan de invloed op de winst-en-verliesrekening.
Eigen vermogen
Het verschil tussen de invloed op het eigen vermogen per 1 januari 2014 (€ 197 duizend) en 31 december 2014 (€ 370 duizend) is € 173 duizend en is gelijk aan de invloed op het totaal van gerealiseerde en niet gerealiseerde resultaten.
D – Financiële instrumenten
Onder de Nederlandse verslaggevingsregels wordt op de interest rate swaps kostprijs hedge-accounting toegepast waardoor deze instrumenten niet op de balans worden opgenomen. Onder IFRS kwalificeren deze instrumenten niet voor hedge accounting en worden ze gewaardeerd op reële waarde. Op de datum van overgang naar IFRS worden de interest rate swaps gepresenteerd als overige kortlopende financiële verplichtingen, inclusief derivaten.
Winst-en-verliesrekening
De positieve invloed van € 1,4 miljoen gerelateerd aan de swaps wordt deels gecompenseerd door rentelasten van € 0,6 miljoen gerelateerd aan de pensioenregelingen zoals verwoord onder noot B en het terugdraaien van discontering van voorzieningen zoals verwoord onder noot C, resulterend in een invloed op de netto financieringskosten van € 0,8 miljoen. De invloed op de financiële baten en lasten is het gevolg van de reclassificatie van de valuta omrekeningsverschillen verantwoord via de winst-en-verliesrekening.
Overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten
De toename van de gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten van € 942 duizend is de invloed van de swaps van € 1,4 miljoen, na belastingen.
Eigen vermogen
Het verschil tussen de invloed op het eigen vermogen per 1 januari 2014 (- € 1.014 duizend) en 31 december 2014 (- € 72 duizend) is € 942 duizend en is gelijk aan de invloed op het totaal van gerealiseerde en niet gerealiseerde resultaten.
E – Biologische activa
Biologische activa, die bestaan uit levende dieren, worden onder de Nederlandse verslaggevingsregels gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs, vermeerderd met de kosten van voer en verzorging. Onder IFRS worden biologische activa gewaardeerd tegen de reële waarde minus verwachte verkoopkosten.
Winst-en-verliesrekening
De bruto marge nam toe met € 213 duizend in 2014. Daarnaast zijn de opbrengsten van interne leveringen van voer voor levende dieren ten bedrage van € 5,7 miljoen verantwoord als biologische activa geëlimineerd tegen de kosten van grond- en hulpstoffen.
Overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten
De resulterende invloed op de gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten van € 159 duizend is de invloed van de mutatie in de reële waarde van biologische activa van € 213 duizend, na belastingen.
Eigen vermogen
Het verschil tussen de invloed op het eigen vermogen per 1 januari 2014 (- € 12 duizend) en 31 december 2014 (€ 147 duizend) is € 159 duizend en is gelijk aan de invloed op het totaal van gerealiseerde en niet gerealiseerde resultaten.
Balans
Het effect hiervan op de waardering van de biologische activa per 31 december 2014 bedraagt € 197 duizend (1 januari 2014: € 16 duizend). De invloed op de ingehouden winsten bedraagt per 31 december 2014 € 147 duizend (1 januari 2014: € 12 duizend). Het effect op het resultaat van het boekjaar bedraagt € 159 duizend. Daarnaast vereist IFRS dat de biologische activa separaat worden gepresenteerd op de balans, hetgeen resulteert in een reclassificatie van voorraden vergeleken met de Nederlandse verslaggevingsregels ter grootte van € 4,8 miljoen per 31 december 2014 (1 januari 2014: € 5,6 miljoen).
F – Op aandelen gebaseerde betalingen
Onder de Nederlandse verslaggevingsregels heeft de Groep de kosten gerelateerd aan de op aandelen gebaseerde beloningsplan verantwoord in de winst-en-verliesrekening, per de datum van toekenning van de beloning. Onder IFRS worden deze kosten toegerekend aan de periode waarin de toekenning van deze beloning definitief wordt.
Winst-en-verliesrekening
Het positieve effect op het resultaat van het boekjaar bedraagt € 136 duizend, hetgeen een onderdeel is van de € 6,2 miljoen overige aanpassingen van personeelskosten.
Overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten
De resulterende invloed op de gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten is gelijk aan de invloed op de winst-en-verliesrekening, aangepast voor belastingen.
Eigen vermogen
Het verschil tussen de invloed op het eigen vermogen per 1 januari 2014 (nihil) en 31 december 2014 (€ 113 duizend) is gelijk aan € 136 duizend minus het bedrag dat direct ten laste van het eigen vermogen is gebracht van € 23 duizend.
G – Bedrijfscombinaties
Onder de Nederlandse verslaggevingsregels werd de goodwill afgeschreven door de Groep. Onder IFRS wordt de goodwill niet afgeschreven, maar vindt jaarlijks een test plaats op de noodzaak van bijzondere waardevermindering. Bij de overgang naar IFRS heeft de Groep de afschrijving van de goodwill in het boekjaar teruggedraaid. Daarnaast worden onder de Nederlandse verslaggevingsregels de transactiekosten als onderdeel van de koopprijs gezien en geactiveerd, terwijl onder IFRS deze kosten ten laste van het resultaat worden gebracht op het moment dat ze optreden.
Deze wijziging in verantwoording van de transactiekosten heeft geresulteerd in een verlaging van het resultaat over het boekjaar, samenhangend met de kosten van acquisitie van HST Feeds en Wheyfeed in het Verenigd Koninkrijk. Als een gevolg van de overgang naar IFRS wordt het saldo van de goodwill per 31 december 2014 met € 2.920 duizend beïnvloed.
Winst-en-verliesrekening
Het positieve effect van € 2,8 miljoen op amortisatie en afschrijving heeft betrekking op het terugdraaien van de amortisatie van goodwill (€ 3,2 miljoen), gedeeltelijk gecompenseerd door een toename van de afschrijvingslasten (€ 0,4 miljoen) gereclassificeerd van overige bedrijfskosten en veroorzaakt door een aantal lease contracten dat onder IFRS als financiële lease kwalificeert.
Overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten
De resulterende invloed op de gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten is gelijk aan de invloed van het terugdraaien van de amortisatie van goodwill van € 3,2 miljoen gesaldeerd met de kosten van acquisitie in mindering gebracht op goodwill en verantwoord als overige bedrijfskosten ter grootte van € 0,6 miljoen. De netto invloed bedraagt € 2.533 duizend.
Eigen vermogen
Het verschil tussen de invloed op het eigen vermogen per 1 januari 2014 (nihil) en 31 december 2014 (€ 2.533 duizend) is € 2.533 duizend.
H- Rapportage van de joint venture HaBeMa
Deconsolidatie van HaBeMa
Onder de Nederlandse verslaggevingsregels werd de investering in de joint venture HaBeMa verantwoord via proportionele consolidatie. Onder IFRS wordt deze investering verantwoord via de ‘equity’-methode. De overgang naar IFRS heeft geleid tot deconsolidatie van de proportioneel geconsolideerde joint venture en verantwoording van de joint venture onder deelnemingen verwerkt volgens de ‘equity’-methode. In de verschillende specificaties is het effect van de deconsolidatie separaat weergegeven, omdat de invloed hiervan op de jaarrekening als materieel wordt beschouwd. De Groep verantwoordt het resultaat op deze deelneming na belastingen. Omdat de Groep een deel van de belastingen naar de winst draagt, worden deze winstbelastingen ten bedrage van € 0,9 miljoen in mindering gebracht op het resultaat van de deelneming. Verwezen wordt naar noot 13. Samen met deconsolidatie van de winstbelastingen afgedragen door HaBeMa zelf, resulteert dit in een totale daling van de winstbelastingen met € 2 miljoen.
IFRS overgang HaBeMa
Winst-en-verliesrekening
Het positieve effect op de winst-en-verliesrekening bedraagt € 651 duizend. Dit is hoofdzakelijk het gevolg van de volgende aanpassingen:
- pensioenregelingen die kwalificeren als toegezegd pensioenregeling onder IAS 19;
- verschillende rapportage van bepaalde voorzieningen onder IAS 37;
- verschil in waardering van bepaalde componenten van materiële vaste activa onder IAS 16;
- waardering en vaststelling van reële waarde van interest rate swaps onder IAS 39 die onder de Nederlandse verslaggevingsregels niet op de balans waren opgenomen.
Overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten
De positieve invloed op de gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten bedraagt € 316 duizend en is het resultaat van de positieve invloed op de resultaat van € 651 duizend deels gecompenseerd door de last ten laste van het eigen vermogen gerelateerd aan pensioenen van € 335 duizend.
Eigen vermogen
Het verschil tussen de invloed op het eigen vermogen per 1 januari 2014 (- € 300 duizend) en 31 december 2014 (€ 16 duizend) is € 316 duizend.
I – Materiële vaste activa
Eigen vermogen
De Groep heeft de vrijstelling toegepast om reële waarde te gebruiken als veronderstelde kostprijs op de datum van overgang naar IFRS voor bepaalde items van de materiële vaste activa. De resulterende invloed op het eigen vermogen bedraagt per 31 december 2014 € 6.054 duizend, na belastingen (1 januari 2014 € 6.063 duizend).
Overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten
Omdat de vrijstelling uitsluitend is toegepast op de waardering van grond, waarop niet wordt afgeschreven, bedroeg de invloed op de gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten slechts € 9 duizend.
Balans
De positieve aanpassing naar reële waarde van veronderstelde kostprijs van € 8,7 miljoen gerelateerd aan grond wordt deels gecompenseerd door een reclassificatie van € 6,0 miljoen naar vastgoedbeleggingen, gerelateerd aan activa niet langer in gebruik door de Groep en een reclassificatie van de investeringssubsidie naar leningen en overige financieringsverplichtingen, inclusief derivaten. De netto invloed op materiële vaste activa is € 2.052 duizend (1 januari 2014).
J – Winstbelastingen
Winst-en-verliesrekening
Het effect op de netto winstbelastingen van de overgang naar IFRS ten bedrage van € 2.020 duizend is de resultante van het belastingeffect van alle aanpassingen samenhangend met de overgang naar IFRS.
Balans
In overeenstemming met IAS 12.74 worden uitgestelde belastingvorderingen en uitgestelde belastingverplichtingen gesaldeerd indien de uitgestelde belastingen betrekking hebben op dezelfde fiscale entiteit en er een afdwingbaar recht is om de actuele belastingen te verrekenen. De invloed op uitgestelde belastingvorderingen per 1 januari 2014 bedraagt € 9.253 duizend en de invloed op uitgestelde belastingverplichtingen bedraagt € 8.053 duizend.
K – Presentatie van het eigen vermogen van de Groep
Onder de Nederlandse verslaggevingsregels presenteerde de Groep separaat een reserve voor omrekeningsverschillen en wettelijke reserve onder Groepsvermogen. Onder IFRS maakt de Groep gebruik van de optie om de cumulatieve omrekeningsverschillen per 1 januari 2014 op nihil te veronderstellen waarbij het bedrag van € 1.572 duizend is gereclassificeerd naar ingehouden winsten.
Daarnaast heeft de Groep er voor gekozen de reserve eigen aandelen separaat te presenteren van de overige reserves en ingehouden winsten, resulterend in een reclassificatie van € 466 duizend voor aandelen die worden gehouden door de Vennootschap (zowel per 1 januari 2014 als per 31 december 2014). Zoals toegelicht onder noot 37 Belangrijke grondslagen voor financiële rapportage, wordt de nominale waarde van de ingekochte aandelen geclassificeerd als aandelen in eigen bezit en gepresenteerd in de reserve eigen aandelen. Tenslotte is de wettelijke reserve gepresenteerd onder overige reserves en ingehouden winsten onder IFRS, resulterend in een reclassificatie van € 4.194 duizend per 1 januari 2014 respectievelijk € 6.534 duizend per 31 december 2014. In de vennootschappelijke jaarrekening blijft de Vennootschap de wettelijke reserve separaat presenteren van de ingehouden winsten, zie noot 46 Eigen vermogen.
2.2.1.3.4 Aansluiting van het kasstroomoverzicht
De invloed op de gerapporteerde kasstromen kan als volgt worden weergegeven:€ 1.000
2014 | |||
Netto-toename/afname van geldmiddelen en kasequivalenten gerapporteerd in de Jaarrekening 2014, onder Nederlandse verslaggevingsregels | -67.143 | ||
Invloed van deconsolidatie HaBeMa | L | ||
Netto kasstroom uit operationele activiteiten | -8.307 | ||
Netto kasstroom uit investeringsactiviteiten | 5.638 | ||
Nettokasstroom uit financieringsactiviteiten | -409 | ||
Totale invloed van deconsolidatie HaBeMa | -3.078 | ||
Invloed van integratie van rekening-courantkredieten als geldmiddelen | M | ||
Nettokasstroom uit financieringsactiviteiten | 14.027 | ||
Totale invloed van integratie van rekening-courantkredieten als geldmiddelen | 14.027 | ||
Overige invloeden | N | ||
Netto kasstroom uit operationele activiteiten | -610 | ||
Nettokasstroom uit financieringsactiviteiten | 610 | ||
Totaal overige invloeden | - | ||
Netto-toename/afname van geldmiddelen en kasequivalenten gerapporteerd onder IFRS | -56.194 | ||
2.2.1.3.4.1
L - Totaal invloed van deconsolidatie van HaBeMa
De overgang van de Nederlandse verslaggevingsregels naar IFRS heeft invloed gehad op het kasstroomoverzicht als gevolg van de deconsolidatie van cash flows van HaBeMa, welke joint venture proportioneel was geconsolideerd onder de Nederlandse verslaggevingsregels. Onder IFRS is de investering in HaBeMa verantwoord via de ‘equity’-methode.
M – Invloed van opnemen van rekening courantsaldi van banken
Onder IFRS worden de rekening courant saldi van banken opgenomen onder de geldmiddelen en kasequivalenten omdat het management de cash flows stuurt inclusief de rekening courant saldi bij banken.
N – Andere invloeden
Onder IFRS worden de kosten van bedrijfscombinaties verantwoord als overige bedrijfskosten en niet geactiveerd onder goodwill, hetgeen resulteert in een reclassificatie van de nettokasstroom van (gebruikt in) investeringsactiviteiten naar nettokasstroom uit operationele activiteiten.
2.2.1.4 4. Operationele segmenten
De Groep onderscheidt de volgende drie strategische clusters, welke haar operationele segmenten vormen:
- Nederland
- Duitsland / België
- Verenigd Koninkrijk
Het assortiment dat de Groep verkoopt bestaat onder andere uit mengvoer, voer voor jonge dieren, speciaalvoer, ruwvoer en bijproducten alsmede zaden en meststoffen. Kernactiviteiten zijn de productie van voer, logistieke diensten en het aanbieden van Total Feed oplossingen gebaseerd op nutritionele know how.
De clusters bieden soortgelijke producten en diensten aan kennen vergelijkbare productieprocessen en distributiemethoden. Omdat echter de operationele segmenten afzonderlijk worden bestuurd en sprake is van verschillende valuta (UK cluster versus de overige clusters) worden operationele segmenten niet geïntegreerd.
Deze opdeling in segmenten is consistent met de organisatiestructuur en de interne management rapportage en representeert tevens de geografische regio’s waarin de Groep actief is. Het hoofdkantoor van de Groep is gevestigd in Lochem, Nederland.
De Directie van de Groep beoordeelt de interne managementrapportages van elk cluster op maandelijkse basis en opereert gezamenlijk als belangrijkste operationeel besluitvormend orgaan.
Er bestaan verschillende niveaus van integratie tussen de segmenten. Deze integratie betreft ook onderlinge leveringen van voorraden en gezamenlijke logistieke dienstverlening. De vaststelling van de prijzen van deze leveranties tussen segmenten vindt plaats op basis van zakelijke afspraken zoals die tussen onafhankelijke partijen zouden zijn gemaakt.
Informatie over de segmenten is hierna gepresenteerd. Het resultaat uit bedrijfsactiviteiten per segment betreft het resultaat voor rente en belastingen en wordt gebruikt voor het beoordelen en meten van de prestaties omdat dit volgens de Directie de belangrijkste maatstaf is bij evaluatie van de resultaten van de segmenten in vergelijking met andere ondernemingen actief in dezelfde bedrijfstak.
€ 1.000
2015 | Nederland | Duitsland / België | Verenigd Koninkrijk | Groep / eliminaties | Geconsolideerd |
Externe omzet | 943.202 | 529.585 | 771.508 | 175 | 2.244.470 |
Omzet uit transacties tussen segmenten | 58.664 | - | - | -58.664 | - |
Omzet segmenten | 1.001.866 | 529.585 | 771.508 | -58.489 | 2.244.470 |
Afschrijving en amortisatie | -8.167 | - 3.609 | -11.754 | -2.508 | -26.038 |
Bedrijfsresultaat | 53.541 | 7.981 | 17.392 | -14.864 | 64.050 |
€ 1.000
2014 | Nederland | Duitsland / België | Verenigd Koninkrijk | Groep / eliminaties | Geconsolideerd |
Externe omzet | 932.262 | 547.278 | 741.741 | - | 2.221.281 |
Omzet uit transacties tussen segmenten | 61.417 | 1.976 | 6.898 | -70.291 | - |
Omzet segmenten | 993.679 | 549.254 | 748.639 | -70.291 | 2.221.281 |
Afschrijving en amortisatie | -9.032 | -3.493 | -8.019 | -3.244 | -23.788 |
Bedrijfsresultaat | 48.866 | 8.011 | 18.196 | -12.509 | 62.564 |
Het bedrag van afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen in de kolom Groep / eliminaties ten bedrage van €2.508 duizend (2014: €3.244 duizend) heeft betrekking op posten in materiële vaste activa en immateriële activa die worden gebruikt in groepsactiviteiten. Het bedrag van het resultaat uit bedrijfsactiviteiten in de kolom Groep / eliminaties betreft aanpassingen voor intercompany-eliminaties en doorbelaste kosten van de Groep.
Aansluiting van het resultaat
De aansluiting tussen het resultaat uit bedrijfsactiviteiten van de segmenten en het resultaat voor belastingen van de Groep is hierna weergegeven:
Totaal vaste activa
De vaste activa van de segmenten kunnen als volgt worden weergegeven: € 1.000
31 december 2015
31 december 2014
1 januari 2014
Vaste activa
Nederland
101.303
107.000
118.767
Duitsland / België
70.680
63.771
55.103
Verenigd Koninkrijk
150.678
131.132
91.837
Groep / eliminaties
475
446
11.832
Totaal
323.136
302.349
277.539
Onder vaste activa wordt in dit verband verstaan materiële vaste activa, immateriële activa en goodwill, vastgoedbeleggingen en de netto investering in de joint venture HaBeMa (opgenomen in cluster Duitsland / België) ten bedrage van € 19.704 duizend (2014: € 19.726 duizend; 1 januari 2014: € 16.337 duizend).
Werkkapitaal
Het werkkapitaal van de segmenten kan als volgt worden weergegeven: € 1.000
Werkkapitaal
31 december 2015
31 december 2014
Nederland
14.067
18.317
Duitsland / België
49.048
54.024
Verenigd Koninkrijk
51.914
47.698
Groep / eliminaties
13.989
8.865
Totaal
129.019
128.904
Het werkkapitaal bestaat uit de voorraden, biologische activa, handels- en overige vorderingen minus de kortlopende verplichtingen.
De Groep is niet afhankelijk van individuele grote afnemers.
2.2.1.5.1 Acquisities 2015
Countrywide Farmers (Verenigd Koninkrijk)
In december 2014 heeft de Groep de acquisitie van de voeractiviteiten van Countrywide Farmers aangekondigd, onder voorbehoud van goedkeuring door de mededingingsautoriteiten. Goedkeuring voor deze transactie werd verkregen op 1 mei 2015. Deze activiteiten zijn geïntegreerd in ForFarmers UK. De betaalde prijs is gebaseerd op een ondernemingswaarde van € 14 miljoen. De transactie is vormgegeven als activa-passiva transactie inclusief de overname van 49 medewerkers en verantwoord volgens acquisitiemethode. Het positieve verschil tussen de aankoopprijs en de reële waarde van de identificeerbare activa is geactiveerd als goodwill. De goodwill is bepaald op € 2,0 miljoen. De goodwill bevat de waarde van de verwachte synergie-voordelen van de acquisitie. De goodwill is volledig toegerekend aan het cluster Verenigd Koninkrijk. Naar verwachting vormen deze goodwill en de klantportefeuille een aftrekbare post bij de berekening van de winstbelastingen.
Vanaf de datum van acquisitie droeg Countrywide Farmers € 68,0 miljoen bij aan de omzet en € 2,1 miljoen aan het resultaat voor belastingen. Indien de acquisitie van Countrywide had plaatsgevonden per begin boekjaar zou de omzet van de Groep € 2.278 miljoen hebben bedragen en het resultaat voor belastingen van de Groep € 67,3 miljoen.
De kosten samenhangend met de acquisitie bedroegen € 1,1 miljoen. Er is met de vorige eigenaar van Countrywide Farmers geen voorwaardelijke betaling overeengekomen.
Aangekochte activa en verplichtingen
De voorlopige reële waarden van de identificeerbare activa en verplichtingen van Countrywide Farmers aangekocht in 2015 per de datum van acquisitie waren:
€ 1.000
Countrywide Farmers
Activa
12.072
Immateriële activa (klantenportefeuille)
12.072
Verplichtingen
-
Totaal identificeerbare netto activa tegen reële waarde
12.072
Goodwill gerelateerd aan de overname
1.976
Verkrijgingsprijs
14.048
2.2.1.5.2 Acquisities 2014
HST Feeds Ltd (Verenigd Koninkrijk)
Op 3 februari 2014 heeft de Groep 100% van het aandelenkapitaal van HST Feeds Ltd. verworven. HST Feeds is gevestigd in Crewe in het Verenigd Koninkrijk en verkoopt ongeveer 140.000 ton rundvee- en pluimvee mengvoer per jaar in het noordwesten van Engeland. De onderneming heeft 57 medewerkers en realiseerde in 2013 een omzet van € 43 miljoen. HST Feeds is onderdeel van ForFarmers UK. De koopprijs is gebaseerd op een ondernemingswaarde van € 16,2 miljoen, inclusief geldmiddelen en kasequivalenten.
De acquisitie is verantwoord volgens de acquisitiemethode. Het positieve verschil tussen de aankoopprijs en de reële waarde van de identificeerbare activa en verplichtingen is geactiveerd als goodwill. De goodwill is bepaald op € 2,8 miljoen.
De uitgestelde belastingen hebben hoofdzakelijk betrekking op het belastingeffect op de opwaardering van materiële vaste activa en een daarmee samenhangende lagere toekomstige afschrijving voor fiscale doeleinden.
De goodwill van € 2,8 miljoen bestaat uit de waarde van de verwachte synergie-voordelen van deze acquisitie. De goodwill is volledig toegerekend aan het segment Verenigd Koninkrijk. De goodwill vormt naar verwachting geen aftrekbare post voor de berekening van winstbelastingen.
Vanaf de datum van de acquisitie droeg HST Feeds een bedrag van € 37,4 miljoen bij aan de omzet en € 2,3 miljoen aan het resultaat voor belastingen. Inden de acquisitie van HST Feeds zou hebben plaatsgevonden per het begin van het boekjaar, zou de omzet van de Group € 2.203 miljoen hebben bedragen en het resultaat voor belastingen van de Groep € 56,4 miljoen.
Als een onderdeel van de transactie, verkreeg de Groep geldmiddelen ter grootte van € 4,7 miljoen en de kosten samenhangend met de transactie bedroegen € 0,3 miljoen. De kosten van de transactie zijn verantwoord als overige bedrijfskosten.
Er is met de vorige eigenaar van HST Feeds Ltd geen voorwaardelijke betaling overeengekomen.
Wheyfeed Ltd (Verenigd Koninkrijk)
Op 2 juli 2014 heeft de Groep 100% van het aandelenkapitaal verworven van Wheyfeed Holdings Ltd., eigenaar van Wheyfeed Ltd. Wheyfeed is gevestigd dichtbij Nottingham en verkoopt ongeveer 200.000 ton in vloeibare bijproducten per jaar in het Verenigd Koninkrijk. De onderneming heeft 82 medewerkers en een wagenpark van 35 tankwagens. De onderneming heeft een gebroken boekjaar en de omzet over het laatste boekjaar voor acquisitie, dat is afgesloten op 31 mei 2014, bedroeg € 9 miljoen. Wheyfeed is onderdeel van ForFarmers UK. De koopprijs is gebaseerd op een ondernemingswaarde van € 5,4 miljoen.
De acquisitie is verantwoord volgens de acquisitiemethode. Het positieve verschil tussen de aankoopprijs en de reële waarde van de identificeerbare activa en verplichtingen is geactiveerd als goodwill. De goodwill is bepaald op € 2,1 miljoen.
De uitgestelde belastingen hebben hoofdzakelijk betrekking op het belastingeffect op de opwaardering van materiële vaste activa en een daarmee samenhangende lagere toekomstige afschrijving voor fiscale doeleinden.
De goodwill van € 2,1 miljoen bestaat uit de waarde van de verwachte synergie-voordelen van deze acquisitie. De goodwill is volledig toegerekend aan het segment Verenigd Koninkrijk. De goodwill vormt naar verwachting geen aftrekbare post voor de berekening van winstbelastingen.
Vanaf de datum van de acquisitie droeg Wheyfeed een bedrag van € 4,2 miljoen bij aan de omzet en € 56 duizend aan het resultaat voor belastingen. Inden de acquisitie van Wheyfeed zou hebben plaatsgevonden per het begin van het boekjaar, zou de omzet van de Group € 2.203 miljoen hebben bedragen en het resultaat voor belastingen van de groep € 56,2 miljoen.
De Groep verkreeg geen geldmiddelen als onderdeel van deze transactie. De kosten samenhangend met de transactie bedroegen € 0,3 miljoen. De kosten van de transactie zijn verantwoord als overige bedrijfskosten.
Als onderdeel van de koopovereenkomst is de Groep met de vorige eigenaar van Wheyfeed een voorwaardelijke betaling overeengekomen. Er zullen aanvullende betalingen plaatsvinden aan de vorige eigenaar van Wheyfeed, ter grootte van € 0,3 miljoen, als de bruto marge in de eerste twaalf maanden na de acquisitie een vooraf vastgestelde marge overschrijdt.
Per de datum van de acquisitie is de reële waarde van de voorwaardelijke betaling geschat op nihil omdat de Groep niet verwachtte dat de marge de overeengekomen doelstelling zou overschrijden. De gerealiseerde marge over de eerste twaalf maanden na acquisitie overschreed de overeengekomen doelstelling niet.
De Peel dealer activiteiten
In 2014 heeft de ondernemingen 100% van het aandelenkapitaal verworven in De Peel Consultancy B.V. en De Peel Voeders B.V., als onderdeel van de integratie van de dealer activiteiten van Hendrix. Deze acquisitie was effectief met ingang van 1 januari 2014. De koopprijs bedroeg € 1,2 miljoen. Dit bedrag is volledig als goodwill aangemerkt omdat bij de acquisitie van Hendrix in 2012 de onderliggende klantenportefeuille reeds was geacquireerd. De groep heeft bij deze transactie geen geldmiddelen verkregen en de transactiekosten bedroegen nihil.
De goodwill van € 1,2 miljoen bestaat uit de waarde van de verwachte synergie-voordelen van deze acquisitie. De goodwill is volledig toegerekend aan het segment Nederland. De goodwill vormt naar verwachting geen aftrekbare post voor de berekening van winstbelastingen.
Vanaf de datum van acquisitie, droeg De Peel € 1,0 miljoen bij aan de omzet en € 0,1 miljoen aan het resultaat voor belastingen. Er is geen voorwaardelijke betaling overeengekomen met de vorige eigenaar van De Peel Consultancy B.V. en De Peel Voeders B.V.
Verkregen activa en verplichtingen
De reële waarden van de identificeerbare activa en verplichtingen van de in 2014 aangekochte ondernemingen per de datum van de acquisitie bedroegen: € 1.000
HST Feeds
Wheyfeed
De Peel
Totaal
Activa
14.823
5.273
-
20.096
Materiële vaste activa
3.217
1.375
-
4.592
Immateriële activa (klantenportefeuille)
7.061
2.510
-
9.571
Voorraden
663
69
-
732
Vorderingen
3.882
1.319
-
5.201
Verplichtingen
-6.806
-2.020
-
-8.826
Schulden
-4.526
-1.377
-
-5.903
Voorzieningen
-678
-70
-
-748
Uitgestelde belastingverplichtingen
-1.602
-573
-
-2.175
Totaal identificeerbare netto activa tegen reële waarde
8.017
3.253
-
11.270
Goodwill gerelateerd aan de overname
2.753
2.104
1.240
6.097
Verkrijgingsprijs
10.770
5.357
1.240
17.367
De vorderingen welke zijn verworven betreffen handelsvorderingen met een korte looptijd. De reële waarde op de datum van acquisitie wordt gelijk verondersteld aan de nominale waarde gezien het korte termijn karakter van de vorderingen. De nominale waarden zijn de bruto contractuele bedragen en zullen naar verwachting volledig worden geïnd.
2.2.1.5.3 Vaststelling van reële waarden
Verworven activa
Waarderingstechniek
Materiële vaste activa
Marktvergelijkingstechniek en kostentechniek: Het waarderingsmodel gaat uit van genoteerde marktprijzen voor vergelijkbare posten. indien beschikbaar. en afgeschreven vervangingskosten. waar van toepassing, Afgeschreven vervangingskosten omvatten aanpassingen voor fysieke slijtage en functionele en financiële veroudering,
Immateriële activa
Multi-period excess earnings'-methode: de ‘multi-period excess earnings’-methode gaat uit van de contante waarde van de nettokassstromen die naar verwachting worden gegenereerd door de klantenrelaties. waarbij kasstromen met betrekking tot ondersteunende activa worden uitgesloten,
Voorraden
Marktvergelijkingstechniek: De reële waarde wordt bepaald op basis van de geschatte verkoopprijs onder normale zakelijke omstandigheden. minus de geschatte kosten van sluiting en verkoop. en een redelijke winstmarge op basis van de inspanningen die vereist zijn om de voorraden gereed te maken en te verkopen,
2.2.1.6.1 Activa aangehouden voor verkoop
€ 1.000
Aansluiting van de boekwaarde
2015
2014
Stand op 1 januari
834
-
Reclassificatie van vastgoedbeleggingen
4.579
817
Verkoop
-834
-
Aanpassing voor koersverschillen
-
17
Stand op 31 december
4.579
834
2015
Per het einde van 2015 is een stuk grond in Nederland gereclassificeerd vanuit vastgoedbeleggingen omdat de Directie heeft voorgenomen dit stuk grond te verkopen en verwacht dat de transactie kan worden afgerond binnen twaalf maanden na de balansdatum. De reële waarde van dit onroerend goed per 31 december 2015 bedraagt € 5,6 miljoen en is gebaseerd op de voorlopige overeenkomst afgesloten met een potentiële koper in de loop van 2015. De vaststelling van de reële waarde heeft plaatsgevonden op basis van de waarde uit de voorlopige overeenkomst die is gesloten tussen twee onafhankelijke marktpartijen.
2014
In augustus 2014 besloot de Directie om de Cranswick-locatie te verkopen. Daarmee samenhangend is deze locatie verantwoord onder activa aangehouden voor verkoop. De verkoop is afgerond per 31 maart 2015. De verkochte activa betreffen grond en een silo, beide verantwoord als vastgoedbeleggingen per 1 januari 2014 en toegerekend aan het cluster Verenigd Koninkrijk. De reële waarde van de locatie per 31 december 2014 bedraagt € 1,0 miljoen en is gebaseerd op de voorlopige overeenkomst bereikt met de potentiële koper in de loop van 2014. De vaststelling van de reële waarde heeft plaatsgevonden op basis van de waarde uit de voorlopige overeenkomst die is gesloten tussen twee onafhankelijke marktpartijen. In de loop van 2015 is de locatie verkocht voor € 1,0 miljoen.
2.2.1.6.2 Desinvesteringen
2015
In 2015 heeft de Groep haar 6% belang in Adaptris verkocht aan RBI. De aandelen zijn geleverd op 2 oktober 2015. Met de verkoop is een boekwinst van € 1,1 miljoen gerealiseerd die is verantwoord als overige bedrijfsopbrengsten.
2014
Subli
Op 1 juli 2014 heeft de Groep haar 50% deelneming in Subli verkocht aan Agruniek Rijnvallei, de andere aandeelhouder in Subli. De aandelen zijn geleverd op 15 juli 2014 als gevolg waarvan de Groep geen controlerend belang meer had vanaf die datum. Met de verkoop is een boekwinst van € 0,1 miljoen gerealiseerd die is verantwoord als overige bedrijfsopbrengsten. De kosten van de transactie zijn verantwoord als overige bedrijfskosten.
Export activiteiten BOCM PAULS International (Verenigd Koninkrijk)
In 2014 heeft BOCM PAULS (Verenigd Koninkrijk) de export activiteiten in de landen waarin zij niet primair actief is verkocht aan Nutreco. Dit betreft voornamelijk export van jongdiervoeders en vertegenwoordigt een jaaromzet van € 8,5 miljoen. Deze transactie heeft niet geleid tot een verkoop van een deelneming. In de winst-en-verliesrekening is een nettowinst van € 1,9 miljoen verantwoord onder de overige bedrijfsopbrengsten.
2.2.1.7 7. Omzet
De geografische verdeling van de omzet kan als volgt worden weergegeven:
€ 1.000
2015
2014
Nederland
855.857
855.188
Duitsland
454.348
439.575
België
146.564
157.543
Verenigd Koninkrijk
768.387
733.448
Overige landen binnen EU
18.257
31.080
Overige landen buiten EU
1.057
4.447
Totaal
2.244.470
2.221.281
De verdeling van de omzet per categorie kan als volgt worden weergegeven:
€ 1.000
2015
2014
Mengvoer
1.842.912
1.816.033
Overige omzet
401.558
405.248
Totaal
2.244.470
2.221.281
De toename van de omzet wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door valuta-omrekeningsverschillen (€ 72,5 miljoen) en het effect van acquisities (€ 43,7 miljoen), hetgeen resulteert in een afname van de autonome omzet met € 93,0 miljoen. Deze afname is het gevolg van lagere prijzen van grondstoffen deels gecompenseerd door het hoger volume.
De overige omzet heeft voornamelijk betrekking op leveringen van enkelvoudige voeders, overige handelsproducten alsmede geleverde diensten (dit laatste is immaterieel voor separate presentatie).
2.2.1.8 8. Kosten van grond- en hulpstoffen
In 2015 is op voorraden een bedrag van €20 duizend afgeschreven (2014: € 397 duizend). In de kosten van grond- en hulpstoffen zijn inbegrepen de mutaties in reële waarde van de voorraden pluimvee € 1.993 duizend (2014: € 2.086 duizend).
2.2.1.9 9. Personeelskosten
€ 1.000
noot
2015
2014
Lonen en salarissen
124.353
110.692
Sociale lasten
15.027
13.451
Pensioenkosten
26
7.709
4.164
Kosten samenhangend met lange termijn bonus plannnen
26
1.088
614
Op aandelen gebaseerde betalingen met afwikkeling in eigenvermogensinstrumenten
24
275
62
Op aandelen gebaseerde betalingen met afwikkeling in geldmiddelen
24
27
18
Totaal
148.479
129.001
De personeelskosten met betrekking tot pensioenplannen met een toegezegde bijdrage bedragen € 6.027 duizend (2014: € 6.532 duizend).
De totale personeelskosten met betrekking tot toegezegd-pensioenregelingen bedraagt in 2015 € 1.682 duizend (2014: - € 2.368 duizend). In deze last zijn de volgende bedragen inbegrepen:
- de aan dienstjaar toegekende pensioenkosten en administratiekosten ten bedrage van € 3.825 duizend (2014: € 2.528 duizend),
- de vrijval van de voorziening voor pensioenverplichtingen samenhangend met de acquisitie van Hendrix UTD verantwoord in de pensioenlasten ten bedrage van € 2.536 duizend (2014: € 1.873 duizend), en
- een incidentele last van € 393 duizend in 2015 zijnde een afkoop voor het beëindigen van de Hendrix UTD pensioenregeling als gevolg van het afsluiten van een nieuwe pensioenregeling voor alle Nederlandse medewerkers per 1 januari 2016 (2014: een incidentele bate van € 3.023 duizend als gevolg van de aanpassing van het opbouwpercentage van 2,000% naar 1,875% in de Hendrix UTD pensioenregeling).
De interestlasten met betrekking tot de toegezegd-pensioenregelingen ten bedrage van € 2.307 duizend (2014: € 2.359 duizend) zijn verantwoord onder de financieringslasten.
Verwezen wordt naar noot 26 voor aanvullende informatie over de pensioenplannen.
De kosten gerelateerd aan overige lange termijn beloningsplannen hebben betrekking op de jubileumuitkeringen aan medewerkers in Nederland, Duitsland en België en aan een lange termijn beloningsplan voor de Directie.
De kosten met betrekking tot de via het eigen vermogen verantwoorde op aandelen gebaseerde betalingen hebben betrekking op de verstrekte certificaten van aandelen in de Groep in het kader van het medewerkersparticipatieplan in 2015 en 2014 zoals nader is toegelicht onder noot 24.
Omgerekend naar volledige dienstverbandenTotaal aantal medewerkers
2015
2014
1 januari 2014
Productie en logistiek
1.363
1.325
1.244
Commercieel
616
588
559
Overig
391
373
354
Totaal
2.370
2.286
2.157
De toename van de personeelskosten is veroorzaakt door een toename van het aantal medewerkers. In het Verenigd Koninkrijk bedroeg de toename van FTE als gevolg van de acquisitie van Countrywide Farmers 47 (in 2014: toename 124; als gevolg van de acquisitie van HST Feeds per 1 februari 2014 en Wheyfeed per 1 juli 2014). De overige toename is het gevolg van de versterking van de organisatie en het in vaste dienst nemen van ingehuurde medewerkers.
Omgerekend naar volledige dienstverbandenTotaal aantal medewerkers
2015
2014
Stand op 1 januari
2.286
2.157
Acquisities
47
124
Indiensttredingen
308
236
Uitdiensttredingen
-271
-231
Stand op 31 december
2.370
2.286
Van het totaal aantal medewerkers (FTE) zijn er 1.518 (2014: 1.457) medewerkers werkzaam buiten Nederland. Van het aantal medewerkers werkzaam buiten Nederland zijn 977 medewerkers werkzaam in productie en logistiek (2014: 969), in de commerciële afdelingen 347 (2014: 315) en in de overige afdelingen 194 (2014: 173).
2.2.1.10 10. Overige bedrijfskosten
€ 1.000
2015 | 2014 | |
Reparatie en onderhoudskosten | 57.486 | 59.129 |
Kosten transportmiddelen | 28.670 | 27.401 |
Transportkosten van derden | 46.589 | 44.567 |
Verkoopkosten | 15.415 | 11.903 |
Overige personeelskosten | 22.699 | 19.939 |
Overige | 18.158 | 21.960 |
Totaal | 189.017 | 184.899 |
Toelichting totale bedrijfskosten
€ 1.000Totaal bedrijfskosten
2015
2014
Personeelskosten
148.479
129.001
Afschrijvingen en amortisatie
26.038
23.788
Overige bedrijfskosten
189.017
184.899
Totaal
363.534
337.688
De kosten voor onderzoek en ontwikkeling bedroegen in 2015 € 4,9 miljoen (2014: € 5,0 miljoen). Deze kosten hebben hoofdzakelijk betrekking op de kosten van nutritionele specialisten, productmanagers en laboratorium medewerkers.
De stijging van de totale bedrijfskosten (welke tevens de personeelskosten en de kosten van afschrijvingen en amortisaties bevatten) is veroorzaakt door een valuta-omrekeningsverschil (€ 14,2 miljoen), het effect van acquisities (€ 7,5 miljoen) en incidentele items (€ 2,6 miljoen, zijnde herstructureringskosten/bijzondere waardeverminderingen vaste activa (- € 0,8 miljoen) en de kosten als gevolg van het IFRS effect op pensioenen in Nederland (€ 3,4 miljoen)). Zonder deze items namen de totale bedrijfskosten met € 1,5 miljoen toe (autonome toename), hetgeen hoofdzakelijk is veroorzaakt door meer dotaties aan de voorziening voor bijzondere waardeverminderingen met betrekking tot handels- en overige vorderingen (€ 1,9 miljoen).
De accountants- en advieskosten verantwoord in de jaarrekening kunnen als volgt worden weergegeven:
€ 1.000
KPMG Accountants NV | Overig KPMG netwerk | Totaal KPMG | |
2015 | |||
Onderzoek van de jaarrekening | 470 | 338 | 808 |
Andere controleopdrachten | 161 | - | 161 |
Adviesdiensten op fiscaal terrein | - | - | - |
Andere niet-controlediensten | - | - | - |
Totaal | 631 | 338 | 969 |
2014 | |||
Onderzoek van de jaarrekening | 364 | 328 | 692 |
Andere controleopdrachten | 82 | - | 82 |
Adviesdiensten op fiscaal terrein | - | - | - |
Andere niet-controlediensten | - | - | - |
Totaal | 446 | 328 | 774 |
De accountantskosten met betrekking tot de controle van de jaarrekening worden verantwoord in het jaar waarop ze betrekking hebben. De overige kosten (dit zijn de aan de controle gerelateerde diensten, belastingadviezen en overige niet-controle kosten) zijn verantwoord in het jaar waarin de diensten zijn verleend.
2.2.1.11 11. Nettofinancieringslasten
€ 1.000
2015
2014
Bate inzake omrekening vreemde valuta
976
643
Rentebaten verbonden partijen
1
9
Financiële baten derden
1.887
2.422
Totaal
2.864
3.074
Rentelasten derden
-2.184
-3.825
Overige financiële lasten
-3.242
-3.859
Totaal
-5.426
-7.684
Nettofinancieringsresultaat opgenomen in de winst-en-verliesrekening
-2.562
-4.610
De overige financiële lasten in 2014 bevatten een afschrijving van € 0,5 miljoen met betrekking tot geactiveerde kosten voor het afsluiten van een financiering die is beëindigd in de loop van 2014 bij het aangaan van een nieuwe financiering, zoals nader is toegelicht onder noot 25.
2.2.1.12 12. Winst per aandeel
Gewone winst per aandeel
De berekening van de gewone winst per aandeel is gebaseerd op de hierna weergegeven resultaten toerekenbaar aan gewone aandeelhouders en gewogen gemiddelde aantallen uitstaande gewone aandelen.
€ 1.000 € 1Aan gewone aandeelhouders toe te rekenen winst
2015
2014
Winst over het boekjaar, toe te rekenen aan eigenaren van de Vennootschap
50.707
48.140
Gewogen gemiddeld aantal aandelen
2015
2014
Uitgegeven gewone aandelen per 1 januari
106.261.040
106.261.040
Uitgegeven prioriteitsaandeel gedurende het jaar
1
-
Effect van gehouden eigen aandelen (gewogen gemiddelde gedurende het jaar)
-433.273
-449.703
Gewogen gemiddeld aantal aandelen per 31 december
105.827.768
105.811.337
Gewone winst per aandeel
2015
2014
Gewone winst per aandeel
0,47914
0,45496
Verwaterde winst per aandeel
De berekening van de verwaterde winst per aandeel is gelijk aan de calculatie van de gewone winst per aandeel omdat er geen nieuwe aandelen zijn uitgegeven, met uitzondering van 1 prioriteitsaandeel uitgegeven in 2015 met een nominale waarde van € 1,00 dat geen verwaterend effect heeft op de gewone winst per aandeel. Voor aanvullende informatie wordt verwezen naar noot 22.
2.2.1.13 13. Winstbelastingen
€ 1.000 € 1.000Uitgestelde belastinglast hangt samen met de volgende onderdelen
Geconsolideerde balans
Geconsolideerde winst-en-verliesrekening
31 december 2015
31 december 2014
1 januari 2014
2015
2014
Materiële vaste activa
-15.047
-15.240
-17.407
1.014
1.729
Immateriële activa
-3.816
-4.318
-2.216
707
76
Voorraden en biologische activa
7
-91
4
96
-16
Vorderingen en andere activa
-246
925
3.161
-1.254
-1.974
Derivaten
-19
-19
337
-
-
Personeelsbeloningen
13.005
16.020
14.631
-1.345
-361
Overige langlopende voorzieningen en verplichtingen
-
-
-690
171
490
Op aandelen gebaseerde betalingen met afwikkeling in eigenvermogensinstrumenten
-
-
-
-
-
Overige verplichtingen
-699
-1.063
-1.713
-
750
Fiscale verliezen en fiscale winsten
960
1.468
2.112
-505
-654
Uitgestelde belastingvorderingen (verplichtingen)
-5.855
-2.318
-1.781
-1.116
40
Aansluiting van de uitgestelde belastingsaldi
2015
2014
Uitgestelde belastingvorderingen
Uitgestelde belastingverplichten
Netto positie uitgestelde belastingen
Uitgestelde belastingvorderingen
Uitgestelde belastingverplichtingen
Netto positie uitgestelde belastingen
Saldo op 1 januari
22.582
24.900
-2.318
22.807
24.588
-1.781
Acquisities
-84
-84
-
-
3.290
-3.290
Mutatie door de winst-en-verliesrekening
-3.204
-2.088
-1.116
-2.938
-2.978
40
Valutakoersverschillen en rechtstreekse vermogensmutaties
-1.144
1.277
-2.421
2.713
-
2.713
Herclassificatie
-
-
-
-
-
-
Saldering
-15.015
-15.015
-
-18.039
-18.039
-
Saldo op 31 december
3.135
8.990
-5.855
4.543
6.861
-2.318
€ 1.000Totale belastinglast
2015
2014
Actuele belastinglast
13.763
13.630
Uitgestelde belastinglast / (opbrengst)
1.116
-40
Totale belastinglast
14.879
13.590
De Groep verwacht dat de opgenomen posten voor belastingverplichtingen toereikend zijn voor de nog niet afgewikkelde jaren, gebaseerd op een evaluatie van veel factoren, waaronder interpretatie van de belastingwetgeving en ervaringen uit het verleden. De Groep saldeert belastingvorderingen en belastingverplichtingen uitsluitend en alleen indien er een afdwingbaar recht is op compensatie.
€ 1.000Bedragen verwerkt in niet-gerealiseerde resultaten
2015
2014
Vóór belasting
Belasting- bate / (last)
Na belasting
Vóór belasting
Belasting- bate / (last)
Na belasting
Actuariële winsten en verliezen
7.303
-2.452
4.851
-14.418
2.713
-11.705
Buitenlandse activiteiten – valutakoersverschillen
2.737
-558
2.179
2.967
-641
2.326
Totaal
10.040
-3.010
7.030
-11.451
2.072
-9.379
Binnen de Groep zijn leningen verstrekt tussen verschillende dochterondernemingen. Twee van de leningen in het Verenigd Koninkrijk worden geacht deel uit te maken van de netto investering in de dochterondernemingen en als gevolg daarvan worden koersresultaten op deze leningen in de niet-gerealiseerde resultaten verantwoord. Voor de berekening van de winstbelasting zijn deze koersresultaten belast dan wel aftrekbaar. Omdat de koersverschillen worden verantwoord via de niet-gerealiseerde resultaten worden de daaraan gerelateerde lopende belastingen eveneens verantwoord onder de niet-gerealiseerde resultaten. In 2015 bedroeg dit bedrag € 558 duizend (2014 € 641 duizend).
Aansluiting van het effectieve belastingtarief
2015 | 2014 | ||||
% | € 1,000 | % | € 1,000 | ||
Winst vóór belastingen | 66.169 | 62.618 | |||
Minus het deel van de winst van deelnemingen verantwoord volgens de 'equity'-methode, na belasting | -4.681 | -4.664 | |||
Winst vóór belastingen minus de winst van deelnemingen verantwoord volgens de 'equity'-methode, na belasting | 61.488 | 57.954 | |||
Winstbelastingen op basis van het lokale belastingtarief | 25,0 | 15.372 | 25,0 | 14.489 | |
Effect van belastingtarieven in buitenlandse juridicties | -0,1 | -49 | -0,1 | -55 | |
Wijziging in belastingtarief | -1,6 | -963 | -2,7 | -1.544 | |
Belastingeffect van: | |||||
· Niet-aftrekbare kosten | 1,7 | 1.019 | 1,0 | 599 | |
· Fiscale subsidies | -2,8 | -1.708 | -2,1 | -1.222 | |
· Wijziging in de waardering van fiscale voorzieningen | 1,0 | 621 | 1,7 | 987 | |
Aanpassingen van vorige jaren | 1,0 | 587 | 0,6 | 336 | |
Totaal | 24,2% | 14.879 | 23,4% | 13.590 | |
Niet opgenomen uitgestelde belastingvorderingen
Uitgestelde belastingvorderingen zijn niet opgenomen voor zover het betreft de compensabele verliezen in Duitsland, omdat de Directie niet zeker is dat voldoende winsten zullen worden gegenereerd waarmee deze verliezen kunnen worden gecompenseerd. Deze belastingvorderingen zijn opgenomen in het overzicht van niet-gewaardeerde fiscale verliezen voor een bedrag van € 4,2 miljoen per 31 december 2015 (31 december 2014: € 3,5 miljoen), met een belastingeffect van € 1,3 miljoen (31 december 2014: € 1,0 miljoen). De compensabele verliezen zijn onbeperkt voorwaarts verrekenbaar, maar de Directie hanteert een periode van 10 jaar om vast te stellen of fiscale verliezen gecompenseerd kunnen worden.
Daarnaast zijn uitgestelde belastingvorderingen met betrekking tot fiscale verliezen op de verkoop van onroerend goed in het Verenigd Koninkrijk niet opgenomen. Het betreft een bedrag per 31 december 2015 ter grootte van € 3,3 miljoen (31 december 2014: € 5,0 miljoen), met een belastingeffect van € 0,7 miljoen (31 december 2014: € 1,0 miljoen). Deze compensabele verliezen kunnen alleen worden gecompenseerd met toekomstige winsten op de verkoop van specifieke activa, zoals onroerend goed. Omdat de Directie niet voornemens is over te gaan tot verkoop van onroerend goed, is compensatie van deze fiscale verliezen hoogste onzeker en zijn deze compensabele verliezen niet gewaardeerd.
Fiscale eenheid
De Groep en de Nederlandse groepsmaatschappijen waarin de Groep een 100% belang heeft vormen een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting, waarvan ForFarmers B.V. het groepshoofd is. Voor de BTW bestaat een vergelijkbare fiscale eenheid voor de Nederlandse groepsmaatschappijen. Deze fiscale eenheid bevat ook de meerderheidsaandeelhouder Coöperatie FromFarmers U.A., welke het hoofd is van deze fiscale eenheid. Verrekening van belastingen binnen de fiscale eenheid vinden plaats alsof ieder vennootschap zelfstandig belastingplichtig is. Iedere vennootschap die deel uitmaakt van de fiscale eenheid is hoofdelijk aansprakelijk voor de fiscale verplichtingen van de fiscale eenheid als geheel.
Een aantal vennootschappen in Duitsland vormen een fiscale eenheid voor de winstbelastingen (‘Organschaft’ voor ‘Körperschaftsteuer‘ en ‘Gewerbesteuer’). Verrekening van belastingen binnen de fiscale eenheid vinden plaats alsof ieder vennootschap zelfstandig belastingplichtig is.
De vennootschappen in het Verenigd Koninkrijk vormen een fiscale eenheid voor de winstbelastingen (‘Group Relief’) en BTW. Verrekening van belastingen binnen de fiscale eenheid vinden plaats alsof ieder vennootschap zelfstandig belastingplichtig is.
Belastingtarieven
2015
2014
Nederland
25,00%
25,00%
Duitsland (gemiddeld)
30,00%
30,00%
België
33,99%
33,99%
Verenigd Koninkrijk (gemiddeld)
20,25%
21,50%
Belastingen op deelnemingen verwerkt volgens de ‘equity’-methode
Vennootschapsbelasting op de resultaten van HaBeMa worden met de belastingautoriteiten afgerekend door ForFarmers Langförden. De resultaten van HaBeMa worden verantwoord op basis van de ‘equity’-methode en worden gepresenteerd in de geconsolideerde winst-en-verliesrekening na aftrek van winstbelastingen. Deze lasten uit hoofde van winstbelasting worden in mindering gebracht op het aandeel in het resultaat van deelnemingen verwerkt volgens de ‘equity’-methode en bedroegen in 2015 € 1.053 duizend (2014: € 904 duizend).
Handelsbelastingen met betrekking tot HaBeMa (‘Gewerbesteuer’) worden gedragen door HaBeMa zelf.
2.2.1.14 14. Materiële vaste activa
€ 1.000Aansluiting van de boekwaarde
Grond & gebouwen
Machines & installaties
Andere vaste bedrijfsmiddelen
Activa in uitvoering
Totaal
Kostprijs
Stand op 1 januari 2014
145.567
170.394
48.853
9.312
374.126
Verworven via bedrijfscombinaties
1.563
3.029
-
-
4.592
Verworven
264
6.318
3.124
11.338
21.044
Herclassificatie activa in uitvoering
282
13.200
3.163
-16.645
-
Herclassificatie naar vastgoedbeleggingen
-185
-
-
-
-185
Afgestoten
-1.093
-5.187
-708
-
-6.988
Effect van wijzigingen in wisselkoersen
4.127
5.627
22
191
9.967
Stand op 31 december 2014
150.525
193.381
54.454
4.196
402.556
Stand op 1 januari 2015
150.525
193.381
54.454
4.196
402.556
Verworven via bedrijfscombinaties
-
-
-
-
-
Verworven
672
3.641
3.623
16.335
24.271
Herclassificatie activa in uitvoering
332
10.379
1.874
-12.585
-
Afgestoten
-1.545
-9.821
-5.002
-
-16.368
Effect van wijzigingen in wisselkoersen
3.737
5.990
101
67
9.895
Stand op 31 december 2015
153.721
203.570
55.050
8.013
420.354
Cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingsverliezen
Stand op 1 januari 2014
-51.566
-107.333
-33.728
-
-192.627
Afschrijvingen
-4.338
-9.924
-3.777
-
-18.039
Bijzonder waardeverminderingsverlies
-
-1.442
-
-
-1.442
Afgestoten
479
4.389
284
-
5.152
Effect van wijzigingen in wisselkoersen
-2.403
-2.901
-22
-
-5.326
Stand op 31 december 2014
-57.828
-117.211
-37.243
-
-212.282
Stand op 1 januari 2015
-57.828
-117.211
-37.243
-
-212.282
Afschrijvingen
-4.149
-12.219
-3.831
-
-20.199
Afgestoten
1.656
9.491
4.194
-
15.341
Effect van wijzigingen in wisselkoersen
-2.302
-3.107
-74
-
-5.483
Stand op 31 december 2015
-62.623
-123.046
-36.954
-
-222.623
Boekwaarden
Op 1 januari 2014
94.001
63.061
15.125
9.312
181.499
Op 31 december 2014
92.697
76.170
17.211
4.196
190.274
Op 31 december 2015
91.098
80.524
18.096
8.013
197.731
Reclassificatie naar vastgoedbeleggingen en bijzondere waardevermindering
In 2014 is een locatie gereclassificeerd als vastgoedbelegging (zie noot 16), omdat de grond niet langer in gebruik was door de Groep en was besloten deze locatie te verkopen aan een derde. Als gevolg van de beslissing om deze locatie te sluiten is een bijzondere waardevermindering van € 1,4 miljoen geboekt in de winst-en-verliesrekening 2014 als onderdeel van de afschrijvingen en amortisatie om de boekwaarde van gebouw en machines terug te brengen tot nihil, omdat het gebouw zal worden gesloopt, waarna de grond voor verkoop beschikbaar komt.
Lease van andere activa
De Groep huurt activa via een aantal financiële lease contracten. De daarbij behorende leaseverplichtingen zijn opgenomen onder de leningen en overige financieringsverplichtingen. Per december 2015 bedroeg de netto boekwaarde van de geleasede activa € 352 duizend (2014: € 642 duizend; 1 januari 2014: € 984 duizend). De daling van de boekwaarde komt doordat geleasede activa vervangen worden door gekochte activa.
2.2.1.15 15. Immateriële activa en goodwill
€ 1.000Aansluiting van de boekwaarde
Goodwill
Klantenportefeuilles
Handels- en merknamen
Software
Totaal
Kostprijs
Stand op 1 januari 2014
41.870
14.396
1.800
8.315
66.381
Verworven via bedrijfscombinaties
6.097
9.571
-
-
15.668
Verworven
-
-
-
1.709
1.709
Effect van wijzigingen in wisselkoersen
1.463
387
3
25
1.878
Stand op 31 december 2014
49.430
24.354
1.803
10.049
85.636
Stand op 1 januari 2015
49.430
24.354
1.803
10.049
85.636
Verworven via bedrijfscombinaties
1.976
12.072
-
-
14.048
Verworven
-
360
-
635
995
Afgestoten
-
-
-992
-8
-1.000
Effect van wijzigingen in wisselkoersen
1.456
1.253
67
568
3.344
Stand op 31 december 2015
52.862
38.039
878
11.244
103.023
Cumulatieve amortisatie en bijzondere waardeverminderingsverliezen
Stand op 1 januari 2014
-
-2.530
-1.516
-675
-4.721
Amortisatie
-
-1.764
-284
-2.259
-4.307
Effect van wijzigingen in wisselkoersen
-
745
-3
-2
740
Stand op 31 december 2014
-
-3.549
-1.803
-2.936
-8.288
Stand op 1 januari 2015
-
-3.549
-1.803
-2.936
-8.288
Amortisatie
-
-3.112
-
-2.273
-5.385
Bijzonder waardeverminderingsverlies
-
-454
-
-
-454
Afgestoten
-
-
992
8
1.000
Effect van wijzigingen in wisselkoersen
-
-132
-67
-496
-695
Stand op 31 december 2015
-
-7.247
-878
-5.696
-13.821
Boekwaarden
Op 1 januari 2014
41.870
11.866
284
7.640
61.660
Op 31 december 2014
49.430
20.805
-
7.113
77.348
Op 31 december 2015
52.862
30.792
-
5.548
89.202
Amortisatie
De amortisatie van klantenportefeuille, handelsmerken en software is verantwoord onder de kosten van afschrijvingen en amortisatie. Het afgestoten bedrag onder handels- en merknamen in 2015 heeft betrekking op handelsnamen welke niet meer worden gebruikt door de Groep.
Impairment test
Goodwill die is verworven via bedrijfscombinaties met onbepaalde levensduur is toegerekend aan Nederland, Duitsland / België en het Verenigd Koninkrijk, de operationele en rapporterende segmenten, voor uitvoeren van impairment tests.
€ 1.000Boekwaarde van de goodwill gealloceerd aan elk van de Cash Generating Units (CGU's)
31 december 2015
31 december 2014
1 januari 2014
Nederland
19.312
19.312
18.072
Duitsland / België
4.017
4.017
4.017
Verenigd Koninkrijk
29.533
26.101
19.781
Totaal
52.862
49.430
41.870
De Groep heeft haar jaarlijkse impairment test voor 2015 uitgevoerd in december 2015 en tijdens het conversieproces naar IFRS voor het jaar 2014 en per 1 januari 2014. De Groep evalueert, onder andere, de verhouding tussen haar marktkapitalisatie en de boekwaarde, bij de evaluatie van indicatoren voor eventuele bijzondere waardeverminderingen.
Informatie over de reële waarde
De realiseerbare waarde van de verschillende kasstroom genererende eenheden zijn gebaseerd op de reële waarde minus kosten van verkoop en geschat door gebruikmaking van waarderingsmodel gebaseerd op een factor maal de winstgevendheid. De waarderingsfactoren zijn gebaseerd op een combinatie van waarderingsfactoren van vergelijkbare concurrerende ondernemingen, waarderingsfactoren zoals gehanteerd door analisten en waarderingsfactoren uit transacties die hebben plaatsgevonden. De Groep heeft de realiseerbare waarde vastgesteld in het midden van de berekende realiseerbare waarden gebruik makend van de verschillende waarderingsfactoren zoals beschreven. De berekening van de reële waarde is geclassificeerd als Niveau 2 reële waarde gebaseerd op de input in de gebruikte waarderingsmethode. Gezien de vergelijkbaarheid van de kasstroom genererende eenheden heeft de Groep dezelfde waarderingsfactoren gebruikt bij het vaststellen van de reële waarde minus de kosten van verkoop van de verschillende kasstroom genererende eenheden.
Belangrijkste aannames
De belangrijkste aannames die de Groep heeft gebruikt in de schattingen van de realiseerbare waarden worden hierna weergegeven en betreffen EBITDA (resultaat uit bedrijfsactiviteiten vermeerderd met afschrijvingen en amortisatie) factoren. De waarden welke zijn toegekend aan de variabelen zijn de weerslag van de evaluatie door de Directie van trends in de relevante bedrijfstakken en zijn gebaseerd op historische data uit zowel externe als interne bronnen.
Om tot een EBITDA te komen waarop de waarderingsfactor kan worden toegepast, wordt de EBITDA genormaliseerd voor incidentele elementen. De ontwikkeling van EBITDA is geschat rekening houdende met ervaringen uit het verleden, aangepast als volgt:
- de groei van de bruto marge is geschat rekening houdend met de gemiddelde groei van de laatste jaren en de geschatte verkoopvolumes en prijsontwikkeling. Er is een inschatting gemaakt van de ontwikkeling van de bruto marge, niet van de ontwikkelingen van verkoopprijzen. De ontwikkeling van de prijzen van grondstoffen is moeilijk te voorspellen.
- de geschatte kasstromen gerelateerd aan een herstructurering die naar verwachting zal worden doorgevoerd in een prognosejaar is verwerkt in de schattingen van de EBITDA.
De waarderingsfactoren gebruikt om de headroom vast te stellen bedroegen in:
- 2015: 7,1x gelijk voor alle kasstroom genererende entiteiten;
- 2014: 7,3x gelijk voor alle kasstroom genererende entiteiten;
- 1 januari 2014: 7,3x gelijk voor alle kasstroom genererende entiteiten.
Gevoeligheidsanalyse
De Groep heeft een gevoeligheidsanalyse uitgevoerd op de beschikbare headroom gebaseerd op een lagere waarderingsfactor (6,6x) voor de verschillende rapportage perioden. Deze gevoeligheidsanalyse geeft geen aanleiding tot een aanpassing van de boekwaarden van deze kasstroom genererende entiteiten.
Impairment test op andere immateriële activa dan goodwill
In 2015 heeft de Groep een afwaardering verantwoord van € 454 duizend van de waarde van de klantenportefeuilles in het Verenigd Koninkrijk.
2.2.1.16 16. Vastgoedbeleggingen
€ 1.000Aansluiting van de boekwaarde
2015
2014
Stand op 1 januari
5.400
6.014
Herclassificatie van materiële vaste activa
-
185
Herclassificatie naar activa aangehouden voor de verkoop
-4.579
-817
Effect van wijzigingen in wisselkoersen
1
18
Stand op 31 december
822
5.400
Kostprijs
8.505
13.118
Cumulatieve afschrijvingen
-7.683
-7.718
Boekwaarde op 31 december
822
5.400
2015
Per het einde van 2015 is een stuk grond in Nederland gereclassificeerd naar vaste activa als aangehouden voor verkoop omdat de Directie het voornemen heeft het desbetreffende vastgoed te verkopen en verwacht dat deze verkoop kan worden gerealiseerd binnen twaalf maanden na afloop van het boekjaar.
2014
Per 1 januari 2014 bestaan de vastgoedbeleggingen van de Groep uit twee vastgoedobjecten in Nederland en een in het Verenigd Koninkrijk. Deze objecten zijn locaties die niet langer in gebruik zijn en zullen worden verkocht.
De vastgoedobjecten zijn gewaardeerd gebaseerd op het kostprijsmodel. Omdat de vastgoedobjecten in Nederland grond betreffen wordt er niet op afgeschreven. Het vastgoedobject in het Verenigd Koninkrijk is verworven als onderdeel van de acquisitie van BOCM Pauls in 2012 en is gewaardeerd op de reële waarde per datum van acquisitie. Omdat de verwachte verkoopwaarde minimaal gelijk is aan de boekwaarde, wordt er op dit actief niet afgeschreven.
Per het einde van 2014 is het vastgoedobject in het Verenigd Koninkrijk als belegging gereclassificeerd naar vaste activa aangehouden voor verkoop omdat de Directie het voornemen heeft het desbetreffende vastgoed te verkopen en verwacht dat deze verkoop kan worden gerealiseerd binnen twaalf maanden na afloop van het boekjaar. Daarnaast heeft, op basis van een besluit om een productievestiging in Nederland te sluiten, reclassificatie van deze productievestiging plaatsgevonden van materiële vaste activa naar vastgoedbeleggingen.
Informatie over de reële waarde
De reële waarde van de vastgoedbeleggingen is vastgesteld door externe, onafhankelijke vastgoedtaxateurs die over adequate professionele kwalificaties en ervaring beschikken en door rekening te houden met de verkoopprijzen die recent zijn overeengekomen.
De vastgestelde reële waarde voor de vastgoedbeleggingen bedroeg € 2,0 miljoen (31 december 2014: € 6,5 miljoen; 1 januari 2014: € 6,4 miljoen) en is geclassificeerd als een Niveau 3 reële waarde gebaseerd op de informatie die is afgeleid van markttransacties.
Onderstaande tabel geeft de waarderingstechnieken weer die zijn gebruikt in vaststelling van de reële waarde van de vastgoedbeleggingen evenals de belangrijke niet waarneembare input die is gebruikt.
Waarderingstechniek
Belangrijke niet-waarneembare input
Onderlinge relatie tussen belangrijke niet-waarneembare input en de bepaling van de reële waarde
Prijs van de transactie:
De geschatte reële waarde zal toenemen (afnemen) als:
De reële waarde van de vastgoedbelegging wordt vastgesteld op beschikbare marktinformatie voor grond op een vergelijkbare locatie in vergelijkbare condities
· Conditie van de vastgoedbelegging
· De beoordeelde conditie van de vastgoedbelegging beter zou zijn
· Vergelijkbaarheid van locatie
· De locatie als een meer gewilde locatie zou worden beschouwd
· Beoordeeling van de inbaarheid van vorderingen gerelateerd aan een specifieke vastgoedbelegging in Nederland
· De inbaarheid van de gerelateerde vorderingen hoger zou worden ingeschat
2.2.1.17 17. Deelnemingen verwerkt volgens de ‘equity’- methode
€ 1.000
31 december 2015 | 31 december 2014 | 1 januari 2014 | |
Belang in joint venture | 19.714 | 19.726 | 16.337 |
€ 1.000
2015 | 2014 | |
Aandeel in het resultaat deelnemingen verwerkt volgens de 'equity'-methode, na belastingen | ||
Joint venture | 4.651 | 4.664 |
Overige | 30 | - |
4.681 | 4.664 | |
Joint venture
HaBeMa Futtermittel Produktions- und Umschlagsgesellschaft GmbH & Co. KG (HaBeMa) is de enige joint venture waarin de Groep participeert. HaBeMa is een van de leveranciers van de Groep en is hoofdzakelijk actief in de handel, op- en overslag van grondstoffen en productie van mengvoer in Hamburg, Duitsland.
HaBeMa is gestructureerd als een separate juridische entiteit en de Groep heeft een belang in de netto activa van de entiteit. Op basis daarvan heeft de Groep haar participatie geclassificeerd als joint venture. De Groep heeft geen contractuele verplichtingen of voorwaardelijke verplichtingen naar HaBeMa, anders dan uit hoofde van inkopen van goederen als onderdeel van de normale bedrijfsvoering.
In onderstaande tabel wordt de financiële informatie van HaBeMa weergegeven die is verwerkt in haar jaarrekening en aangepast voor verschillen in waarderingsgrondslagen. De tabel laat ook de aansluiting zien tussen de samengevatte financiële informatie en de boekwaarde van het belang van de Groep in HaBeMa.
€ 1.000
31 december 2015 | 31 december 2014 | 1 januari 2014 | |
Percentage eigendomsbelang | 50% | 50% | 50% |
Vaste activa | 38.340 | 37.419 | 31.721 |
Vlottende activa (inclusief geldmiddelen en kasequivalenten - 31 december 2015: € 1.920 duizend, 31 december 2014: € 6.391 duizend en 1 januari 2014: € 137 duizend) | 24.020 | 24.896 | 21.741 |
Langlopende verplichtingen | -15.287 | -15.683 | -10.080 |
Kortlopende verplichtingen | -7.644 | -7.180 | -10.708 |
Nettoactiva (100%) | 39.429 | 39.452 | 32.674 |
Aandeel Groep in de nettoactiva (50%) | 19.714 | 19.726 | 16.337 |
Boekwaarde belang joint venture | 19.714 | 19.726 | 16.337 |
€ 1.000
31 december 2015 | 31 december 2014 | |
Omzet | 176.012 | 174.974 |
Afschrijvingen en amortisatie | -3.666 | -3.391 |
Rentelasten | -316 | -1.085 |
Belastinglast | -2.219 | -2.191 |
Gerealiseerd resultaat (100%) | 11.408 | 11.137 |
Niet-gerealiseerd resultaat (100%) | 30 | -128 |
Totale gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten (100%) | 11.438 | 11.009 |
Gerealiseerd resultaat (50%) | 5.704 | 5.568 |
Aandeel groep in belastinglast van de deelneming verwerkt volgens de 'equity'-methode | -1.053 | -904 |
Aandeel Groep in totale gerealiseerde resultaten, na belasting | 4.651 | 4.664 |
Niet-gerealiseerd resultaat, na belasting (50%) | 15 | -64 |
Aandeel Groep in totale gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten, na belasting | 4.666 | 4.600 |
Door Groep ontvangen dividenden | 5.753 | 2.146 |
2.2.1.18 18. Voorraden
€ 1.000
31 december 2015
31 december 2014
1 januari 2014
Grond- en hulpstoffen
63.053
59.954
71.777
Gereed product
9.616
10.046
11.211
Overige voorraden
11.006
8.856
5.092
Totaal
83.675
78.856
88.080
De stijging van de voorraden wordt voornamelijk veroorzaakt door een toename van het volume grond- en hulpstoffen en overige voorraden welke deels wordt gecompenseerd door een afname van het volume gereed product en een daling van de gemiddelde prijs.
De overige voorraden betreffen de handelsvoorraden die onderdeel uitmaken van de 'Total Feed activiteiten' van de Groep en bevatten vooral meststoffen en zaden.
In 2015 is op voorraden een bedrag van € 20 duizend afgeschreven (2014: € 397 duizend).
Voor wat betreft belangrijke aankoopverplichtingen wordt verwezen naar de toelichting over verplichtingen onder noot 34.
2.2.1.19 19. Biologische activa
€ 1.000
2015
2014
Stand op 1 januari
5.010
5.560
Aankopen vee, voer en verzorging
35.705
31.052
Verkopen van vee
-36.612
-33.688
Mutatie in reële waarde minus geschatte verkoopkosten
1.993
2.086
Stand op 31 december
6.096
5.010
Per de balansdatum bestaat de pluimveestapel uit 1.494.846 dieren (2014: 1.049.730 dieren; 1 januari 2014: 1.345.956 dieren) met een waarde van € 6,1 miljoen (2014: € 5,0 miljoen; 1 januari 2014: € 5,6 miljoen). De pluimveestapel bevat hennen en een aantal hanen, in leeftijd variërend tussen 16 en 20 weken, die worden verkocht aan vermeerderaars. De gehele voorraad betreft vlottende activa.
Vaststelling van reële waarden
Reële waarde hiërarchie
De vaststelling van de reële waarde van de hanen en hennen is geclassificeerd als Niveau 3 reële waarde gebaseerd op de productiekosten plus een proportioneel deel van de marge die zal worden gerealiseerd bij verkoop. Er bestaat geen actieve markt met publieke marktprijzen voor deze hennen en daarom beschouwt de Directie de prijs van de meest recente markttransacties als de meest betrouwbare schatting voor de reële waarde resulterend in een Niveau 3 reële waarde hiërarchie.
Niveau 3 reële waarden
Onderstaande tabel geeft een specificatie van de totale winsten (verliezen) verantwoord in de kosten van grond en hulpstoffen met betrekking tot Niveau 3 reële waarden (veestapel). Het niet-gerealiseerde deel van de wijziging in reële waarde vormt onderdeel van de waardering van de biologische activa per balansdatum.
€ 1.000
2015 | 2014 | |
Winsten opgenomen in kosten van grond- en hulpstoffen: | ||
Wijziging in reële waarde (gerealiseerd) | 1.765 | 1.751 |
Wijziging in reële waarde (niet-gerealiseerd) | 228 | 335 |
Totaal | 1.993 | 2.086 |
Waarderingsmethoden en belangrijke niet waarneembare input
Onderstaande tabel geeft de gebruikte waarderingsmethoden weer die zijn gebruikt bij vaststelling van de Niveau 3 reële waarden, evenals de belangrijke niet waarneembare input die is gebruikt.
Type
Waarderingstechniek
Significante niet-waarneembare input
Onderlinge relatie tussen significante niet-waarneembare input en de bepaling van de reële waarde
Vee
Waarderingstechniek en transactie prijs
· De geschatte referentieprijs is gebaseerd op de meest recente markttransacties
De geschatte reële waarde zou toenemen (afnemen) als:
Vee bestaat uit hanen en hennen
De reële waarde van de hennen en hanen wordt vastgesteld op basis van de volledige productiekosten plus een proportioneel aandeel van de bij verkoop te realiseren marge gebaseerd op de referentieprijs
· De marge wordt proporioneel gealloceerd aan de verschillende fasen van volgroeidheid op basis van (0% - 91%). uitvalpercentage inclusief sterfte (3,6%)
· het aantal hennen toeneemt (afneemt)
· het percentage van volgroeidheid toeneemt (afneemt)
· het uitvalpercentage inclusief sterftecijfer toeneemt (afneemt)
De Groep is onderhevig aan de volgende risico’s met betrekking tot haar veestapel.
Risico’s op het gebied van regelgeving en milieu
De Groep is onderworpen aan wetten en regels in de verschillende landen waarin zij actief is. De Groep heeft milieubeleid en procedures ingevoerd gericht op het voldoen aan lokale milieu- en overige wetten.
Risico van vraag en aanbod
De Groep is blootgesteld aan de risico’s die het gevolg zijn van variaties in de prijs en het verkoopvolume van haar veestapel. De Directie voert regelmatig trendanalyses uit met betrekking tot de ontwikkeling van de volumes en prijzen van hennen.
Agrarische risico’s
De Groep is blootgesteld aan reguliere risico’s gerelateerd aan agrarische activiteiten, onder andere de risico’s gerelateerd aan dierziekten. De Groep volgt de ontwikkelingen in de markt op de voet en past waar nodig haar beleid aan.
2.2.1.20 20. Handels- en overige vorderingen
€ 1.000
31 december 2015
31 december 2014
1 januari 2014
Vorderingen op handelsdebiteuren
200.388
210.157
222.569
Vordering op verbonden partij
51
219
868
Leningen aan medewerkers
500
665
2.547
Belastingen (anders dan vennootschapsbelasting) en sociale lasten
14.382
7.682
7.032
Vooruitbetalingen
6.855
6.833
4.709
Overlopende activa
21.741
13.257
12.674
Totaal
243.917
238.813
250.399
Langlopend
12.494
5.021
5.503
Kortlopend
231.423
233.792
244.896
Totaal
243.917
238.813
250.399
De langlopende handels- en overige vorderingen bestaan uit:
- Vorderingen die vervallen na meer dan een jaar, die grotendeels rentedragend zijn en hoofdzakelijk leningen betreffen aan afnemers en waarvoor, indien mogelijk, zekerheden zijn afgegeven in de vorm van voerequivalenten, participatierekeningen, veestapel en onroerend goed.
- Leningen aan medewerkers, waarop het niveau van de rente gelijk is aan de rente op Nederlandse staatsleningen en tenminste gelijk aan de rente als bedoeld in Artikel 59 Uitvoeringsbesluit Loonbelasting 2001. De terugbetaling van de leningen bedraagt minimaal 7,5% per jaar van het oorspronkelijke bedrag, met ingang van 2015. Als zekerheid voor nakoming van de verplichtingen is pandrecht gevestigd op de certificaten van aandelen die met deze leningen zijn verworven. De marktwaarde van deze certificaten van aandelen per de balansdatum is groter dan de waarde van de leningen. Deze leningen zijn verstrekt als onderdeel van het medewerkers participatieplan 2007-2009. Er worden geen nieuwe leningen meer verstrekt aan medewerkers.
De vordering op een groepsmaatschappij betreft de vordering op Coöperatie FromFarmers U.A.
De overige vorderingen, vooruitbetalingen en transitorische activa bestaan hoofdzakelijk uit nog te factureren bedragen aan afnemers en vooruitbetalingen aan leveranciers.
Informatie over de blootstelling van de Groep aan kredietrisico’s en marktrisico’s en bijzondere waardeverminderingen op handels- en overige vorderingen is weergegeven in noot 29 (financiële instrumenten).
2.2.1.21 21. Geldmiddelen en kasequivalenten
De uitstaande deposito’s betreffen spaarrekeningen die direct kunnen worden aangewend zonder kosten. Op basis hiervan worden de deposito’s als onderdeel van de geldmiddelen en kasequivalenten gezien.
De geldmiddelen en kasequivalenten staan ter vrije beschikking van de Groep. De toename van de geldmiddelen en kasequivalenten wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door de gerealiseerde EBITDA en mutaties in werkkapitaal deels gecompenseerd door acquisities en betaald dividend
€ 1.000
noot
31 december 2015
31 december 2014
1 januari 2014
Deposito's
30.062
31.038
48.107
Banksaldi
58.231
46.691
98.697
Geldmiddelen en kasequivalenten in de balans
88.293
77.729
146.804
Rekening-courantkredieten gebruikt voor doeleinden van liquiditeitsbeheer
25
-1.793
-2.535
-16.574
Geldmiddelen en kasequivalenten in het kasstroomoverzicht
86.500
75.194
130.230
2.2.1.22 22. Eigen vermogen
Aandelenkapitaal en agio
Gewone aandelen (aantal)
Bedrag (€ 1.000)
31 december 2015
31 december 2014
1 januari 2014
31 december 2015
31 december 2014
1 januari 2014
Gewone aandelen - nominale waarde € 1,00
106.261.040
106.261.040
106.261.040
144.617
144.617
144.617
Prioriteitsaandeel - nominale waarde € 1,00
1
-
-
0,001
-
-
Uitstaand op 31 december - volgestort
106.261.041
106.261.040
106.261.040
144.617
144.617
144.617
Alle gewone aandelen zijn gelijkgerechtigd. De gewone aandelen van ForFarmers B.V. worden gehouden door de Stichting Administratiekantoor ForFarmers welke hiervoor certificaten van aandelen heeft uitgegeven. Het prioriteitsaandeel wordt gehouden door Coöperatie FromFarmers U.A. en is uitgegeven en volgestort in 2015. Voor een weergave van de speciale rechten van het prioriteitsaandeel wordt verwezen naar de paragraaf Prioriteitsaandeel in deze noot.
Het agio bestaat uit het positieve verschil tussen de uitgifteprijs en de nominale waarde van uitgegeven aandelen.
Gewone aandelen
De houders van deze aandelen zijn gerechtigd tot het dividend dat wordt betaald en zijn gerechtigd tot het uitbrengen van een stem per aandeel in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van de Vennootschap. Alle rechten verbonden aan de aandelen die worden gehouden door de Groep worden opgeschort tot het moment waarop ze opnieuw worden uitgegeven.
Prioriteitsaandeel
Het prioriteitsaandeel geeft de houder ervan het recht om vier van de zes leden van de Raad van Commissarissen te benoemen zoals is bepaald in de statuten van de Vennootschap. Indien de houder van dit aandeel een belang houdt van vijftig procent of minder, heeft de houder het recht om drie van de zes leden van de Raad van Commissarissen te benoemen. Zolang de houder van het prioriteitsaandeel meer dan vijftig procent van het stemrecht heeft, heeft zij tevens het recht de invulling van de rol van de voorzitter van de Raad van Commissarissen van ForFarmers B.V. te bepalen. Uitgifte van nieuwe aandelen moeten worden goedgekeurd door vijfenzeventig procent van de leden van de Raad van Commissarissen. Belangrijke acquisities, met een totale aankoopprijs meer dan 25% bedraagt van het eigen vermogen vereisen de goedkeuring van de houder van het prioriteitsaandeel.
Het prioriteitsaandeel van de Groep kan slechts worden gehouden door de Vennootschap zelf of door de Coöperatie FromFarmers U.A., onder voorwaarde dat de Coöperatie het recht heeft op uitoefening van minimaal twintig procent van de uit te brengen stemmen op aandelen of certificaten van aandelen.
Het prioriteitsaandeel is geclassificeerd als eigen vermogen, omdat aan het aandeel geen verplichting is verbonden om geldmiddelen in te brengen en geen verrekening vereist in een variabel aantal van de eigenvermogensinstrumenten van de Vennootschap.
Reserve eigen aandelen
De reserve voor de certificaten van aandelen die de Vennootschap in haar eigen kapitaal houdt bestaat uit de kosten van verwerving van deze certificaten van aandelen. In haar rol als liquidity provider is SNS Securities N.V. gemachtigd door de Vennootschap de handel in certificaten van aandelen ForFarmers op het handelsplatform te ondersteunen door het inleggen van aan- en verkooporders. De certificaten van aandelen in eigen bezit worden in mindering gebracht op het eigen vermogen toerekenbaar aan aandeelhouders.
De certificaten van aandelen in eigen bezit worden verantwoord tegen kostprijs, welke wordt gevormd door de marktprijs of de dag van verwerving, waarbij de nominale waarde van de aangekochte certificaten wordt gedebiteerd ten laste van de reserve eigen aandelen. Indien certificaten in eigen beheer weer worden verkocht wordt de nominale waarde van de certificaten gecrediteerd ten gunste van de reserve eigen aandelen. Ieder verschil tussen de nominale waarde en de marktprijs wordt verantwoord als een correctie op de reserve ingehouden winsten.
Gedurende het boekjaar verwierf de Vennootschap 620.420 (2014: 250.000) van haar eigen certificaten van aandelen teneinde in staat te zijn deze certificaten toe te kennen aan medewerkers in het kader van het medewerkersparticipatieplannen. Per 31 december 2015, hield de Groep 399.429 van de certificaten van aandelen in de Vennootschap (2014: 466.210; 1 januari 2014: 466.392) in eigendom.
De mutatie in de aandelen in eigen bezit kan als volgt worden samengevat:
De mutatie in de reserve eigen aandelen
Aantal aandelen | Nominale waarde (€ 1.000) | |||
2015 | 2014 | 2015 | 2014 | |
Stand op 1 januari | 466.210 | 466.392 | 466 | 466 |
Terugkoop werknemersparticipatieplan | 620.420 | 250.000 | 620 | 250 |
Heruitgifte werknemersparticiptatieplan | -642.960 | -236.904 | -643 | -237 |
Overige mutaties via het handelsplatform | -44.241 | -13.278 | -44 | -13 |
Stand op 31 december | 399.429 | 466.210 | 399 | 466 |
De overige mutaties hebben betrekking op certificaten van aandelen verkocht door de liquidity provider SNS onafhankelijk van de Vennootschap.
Wettelijke reserve omrekeningsverschilen
De reserve omrekeningsverschillen bevat alle omrekeningsverschillen die het gevolg zijn van omrekening van de jaarrekeningen van buitenlandse ondernemingen.
Overige reserves en ingehouden winsten
De overige reserves worden aangehouden door de Vennootschap op grond van statutaire bepalingen.
De ingehouden winsten worden gevormd door het saldo van winsten die niet zijn uitgekeerd aan de aandeelhouders.
Op basis van de statuten van de Vennootschap zal een besluit tot uitkering van dividend uitsluitend worden genomen indien en voor zover het eigen vermogen het bedrag van het aandelenkapitaal plus de wettelijke reserves overschrijdt.
Verwezen wordt naar de Overige gegevens waarin de statutaire resultaatbestemmingsregeling is weergegeven.
Het onverdeeld resultaat per 1 januari 2014 is opgenomen in de ingehouden winsten.
Voor een verdere detaillering van de overige reserves en ingehouden winsten wordt verwezen naar noot 46: Eigen vermogen.
Dividend
De volgende dividenden zijn vastgesteld en uitgekeerd door de Vennootschap voor de jaren:
€ 1.000
2015
2014
€ 0,17629 per in aanmerking komend gewoon aandeel (2014: € 0,13618)
18.707
14.419
18.707
14.419
Na de respectievelijke rapportage data zijn de volgende dividenden voorgesteld door de Directie. De dividenden zijn niet gepresenteerd als verplichtingen en er zijn geen belasting consequenties.
€ 1.000
2015
2014
€ 0,23299 per in aanmerking komend gewoon aandeel (2014: € 0,17629)
24.665
18.651
24.665
18.651
2.2.1.23 23. Kapitaalmanagement
In het kader van ForFarmers’ kapitaalmanagement wordt onder vermogen begrepen aandelenkapitaal, agio en alle overige eigen vermogen bestanddelen die kunnen worden toegerekend aan de aandeelhouders van het hoofd van de groep. De Directie bewaakt de gemiddelde vermogensverhouding evenals het niveau van het dividend dat wordt uitgekeerd aan gewone aandeelhouders.
ForFarmers maakt bij de bewaking van haar vermogenspositie gebruik van het rendementscijfer rendement op het gemiddeld geïnvesteerd vermogen. Dit rendementscijfers is gedefinieerd als de EBITDA in verhouding tot het gemiddeld geïnvesteerd vermogen (het gemiddelde van de som van het eigen vermogen en de bankschulden aan het begin en het eind van het boekjaar). Voor deze beoordeling wordt de EBITDA gecorrigeerd voor incidentele posten en wordt gerekend met het gedurende het boekjaar gemiddeld geïnvesteerde vermogen. Het gemiddeld geïnvesteerd vermogen bedraagt in 2015 € 441,0 miljoen (2014: € 454,8 miljoen) en het rendement op het gemiddeld geïnvesteerd vermogen bedroeg 20,5% (2014: 20,0%). Het geïnvesteerd vermogen is gedefinieerd als het eigen vermogen (exclusief intercompany) plus leningen inclusief derivaten.
Financieringsdoelstelling
Daarnaast is de lange termijn doelstelling van ForFarmers om de verhouding netto schuld ten opzichte van de gecorrigeerde EBITDA maximaal 2,5 te laten bedragen, waarbij EBITDA wordt gecorrigeerd voor incidentele resultaten, zoals de kosten van herstructurering en eenmalige items. De definitie van eenmalige items is conform de bepalingen in de financieringsovereenkomst met de banken. De netto schuld-gecorrigeerde EBITDA ratio per 31 december 2015 en 31 december 2014 kan als volgt worden weergegeven:
€ 1.000
2015
2014
Rentedragende leningen
52.810
49.481
Rekening-courantkrediet
1.793
2.535
Minus: geldmiddelen en kasequivalenten
-88.293
-77.729
Nettoschuld
-33.690
-25.713
Bedrijfsresultaat voor afschrijving, amortisatie en bijzondere waardevermindering (EBITDA)
90.088
86.352
Incidentele posten (zoals vastgelegd in de financieringsovereenkomst)
-44
-1.342
Gecorrigeerde EBITDA
90.044
85.010
Verhouding nettoschuld - EBITDA
-0,37
-0,30
Teneinde haar doelstelling te bereiken is de bewaking van de vermogenspositie onder andere gericht op het voldoen aan de financiële convenanten van de rentedragende financiering die een bepaalde vermogensstructuur vereisen.
De lange termijn doelstelling van een netto schuld/gecorrigeerde EBITDA verhouding van maximaal 2,5 is lager dan de in het financieringsarrangement vereiste ratio, waarvoor wordt verwezen naar noot 25. ForFarmers heeft in het boekjaar voldaan aan alle financieringsconvenanten.
Medewerkers participatieplan
ForFarmers koopt van tijd tot tijd haar eigen aandelen via het handelsplatform. Deze aandelen zijn uitsluitend bedoeld voor gebruik in het kader van de op aandelen gebaseerde beloningsplannen. Goedkeuring voor de aankoop van haar eigen aandelen is vereist door de aandeelhoudersvergadering. De aankoop is uitbesteed en ForFarmers besluit slechts over het maximale aantal aandelen dat moet worden aangekocht, niet over de timing noch de prijs van de aankopen.
2.2.1.24 24. Op aandelen gebaseerde beloningsplannen
Beschrijving van de op aandelen gebaseerde beloningen plannen
De Groep kent twee participatieplannen. Een plan heeft betrekking op de Directie en senior management (toepasselijk voor zowel 2014 als 2015) en het andere plan heeft betrekking op de overige medewerkers (van toepassing in 2015). Beide plannen zijn verder in detail uitgewerkt voor medewerkers in Nederland ('Het Nederlandse participatie plan') en voor medewerkers in het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en België ('Buitenlands participatie plan').
De participatieplannen zijn jaarlijkse plannen die alleen van toepassing zijn in de jaren waarop ze betrekking hebben, eventuele additionele participatieplannen worden beschouwd als nieuwe plannen. Nieuwe plannen kunnen alleen worden ingevoerd na goedkeuring door de aandeelhouders voor de aankoop van aandelen in het kader van het participatieplan.
Participatie plan 2015 (leden van de Directie en senior management)
In het kader van het participatieplan 2015, vastgesteld op 17 april 2015, kunnen leden van de Directie en senior management certificaten van aandelen in de Vennootschap verwerven via de aan hen toegekende bonus over 2014 (zowel voor het Nederlandse als het buitenlandse participatieplan) en/of tegen afkoop van bovenwettelijke verlofdagen (alleen in Nederland).
De medewerker heeft het recht de certificaten te kopen tegen een korting tussen 13,5% en 20% van de reële waarde op de datum van toekenning. Voor het bedrag van de korting worden additionele certificaten van aandelen verstrekt.
De Groep is verantwoordelijk voor loonheffingsconsequenties van de verstrekte kortingen. De loonheffing voor buitenlandse medewerkers is gebaseerd op de reële waarde van de certificaten van aandelen op de datum van ontvangst van de certificaten van aandelen.
Belangrijke verschillen tussen de Nederlandse en buitenlandse participatieplannen met betrekking tot additionele certificaten van aandelen:
- Nederlandse participatieplan: een voorwaarde voor definitieve toekenning houdt in dat de korting door de medewerker moet worden terugbetaald indien de medewerker binnen drie jaar na toekenning zijn dienstverband beëindigt. Alle certificaten van aandelen die zijn toegekend zijn verstrekt in 2015.
- Buitenlands participatieplan: een voorwaarde voor definitieve toekenning houdt in dat de medewerker geen recht heeft op de additionele certificaten van aandelen indien de medewerker binnen drie jaar na toekenning zijn dienstverband beëindigt. Additionele certificaten van aandelen ten behoeve van de buitenlandse medewerkers worden door de Vennootschap in bewaring gehouden en worden aan de medewerkers verstrekt wanneer ze definitief worden toegekend. De totale kosten voor de Vennootschap voor de additionele certificaten van aandelen, inclusief de te betalen loonheffing, is beperkt tot het bedrag van de kosten die de onderneming heeft voor een vergelijkbare Nederlandse werknemer.
In 2015 namen 24 medewerkers in Nederland en 9 medewerkers in het Verenigd Koninkrijk deel aan het plan. In totaal werden 239.049 certificaten in het Nederlandse plan toegekend en 34.529 in het buitenlandse plan.
De waarde waartegen de medewerker de certificaten van aandelen kon verkrijgen is vastgesteld op het gemiddelde van de slotkoers die gold op het handelsplatform in de vijf handelsdagen van 20 tot en met 24 april 2015. Deze waarde bedroeg € 5,04. Het bedrag van de loonheffing was € 81 duizend. Er hebben in 2015 geen annuleringen of aanpassingen in de toekenningen plaatsgevonden.
Participatieplan 2015 (medewerkers)
In het kader van het participatieplan 2015, vastgesteld op 17 april 2015, kunnen medewerkers certificaten van aandelen in de Vennootschap verwerven via de aan hen toegekende bonus over 2014 (zowel voor het Nederlandse als het buitenlandse participatieplan) en/of tegen afkoop van bovenwettelijke verlofdagen (alleen in Nederland)
De medewerker heeft het recht de certificaten te kopen tegen een korting tussen 13,5% van de reële waarde op de datum van toekenning. Voor het bedrag van de korting worden additionele certificaten van aandelen verstrekt.
De Groep is verantwoordelijk voor loonheffingsconsequenties van de verstrekte kortingen. De loonheffing voor buitenlandse medewerkers is gebaseerd op de reële waarde van de certificaten van aandelen op de datum van ontvangst van de certificaten van aandelen.
Belangrijke verschillen tussen de Nederlandse en buitenlandse participatieplannen met betrekking tot additionele certificaten van aandelen:
- Nederlandse participatieplan: een voorwaarde voor definitieve toekenning houdt in dat de korting door de medewerker moet worden terugbetaald indien de medewerker binnen drie jaar na toekenning zijn dienstverband beëindigt. Alle certificaten van aandelen die zijn toegekend zijn verstrekt in 2015.
- Buitenlands participatieplan: een voorwaarde voor definitieve toekenning houdt in dat de medewerker geen recht heeft op de additionele certificaten van aandelen indien de medewerker binnen drie jaar na toekenning zijn dienstverband beëindigt. Certificaten van aandelen ten behoeve van de buitenlandse medewerkers worden door de Vennootschap in bewaring gehouden en worden aan de medewerkers verstrekt wanneer ze definitief worden toegekend. De totale kosten voor de Vennootschap voor de additionele certificaten van aandelen, inclusief de te betalen loonheffing, is beperkt tot de waarde van de totale korting die is verstrekt.
In 2015 namen 325 medewerkers in Nederland, 60 medewerkers in het Verenigd Koninkrijk, 15 medewerkers in Duitsland en 28 medewerkers in België deel aan het plan. In totaal werden 297.327 certificaten in het Nederlandse plan toegekend en 73.025 in het buitenlandse plan.
De waarde waartegen de medewerker de certificaten van aandelen kon verkrijgen is vastgesteld op het gemiddelde van de slotkoers die gold op het handelsplatform in de vijf handelsdagen van 1 tot en met 5 juni 2015 en bedroeg € 5,176.
Er hebben in 2015 geen annuleringen of aanpassingen in de toekenningen plaatsgevonden.
Participatie plan 2014
In het kader van het participatieplan 2014, vastgesteld op 15 april 2014, kunnen leden van de Directie en senior management certificaten van aandelen in de Vennootschap verwerven via de aan hen toegekende bonus over 2013 (zowel voor het Nederlandse als het buitenlandse participatieplan) en/of tegen afkoop van bovenwettelijke verlofdagen (alleen in Nederland).
De medewerker heeft het recht de certificaten te kopen tegen een korting tussen 13,5% en 20% van de reële waarde op de datum van toekenning. Voor het bedrag van de korting worden additionele certificaten van aandelen verstrekt.
De Groep is verantwoordelijk voor loonheffingsconsequenties van de verstrekte kortingen. De loonheffing voor buitenlandse medewerkers is gebaseerd op de reële waarde van de certificaten van aandelen op de datum van ontvangst van de certificaten van aandelen.
Belangrijke verschillen tussen de Nederlandse en buitenlandse participatieplannen met betrekking tot additionele certificaten van aandelen:
- Nederlandse participatieplan: een voorwaarde voor definitieve toekenning houdt in dat de korting door de medewerker moet worden terugbetaald indien de medewerker binnen drie jaar na toekenning zijn dienstverband beëindigt. Alle certificaten van aandelen die zijn toegekend zijn verstrekt in 2015.
- Buitenlands participatieplan: een voorwaarde voor definitieve toekenning houdt in dat de medewerker geen recht heeft op de additionele certificaten van aandelen indien de medewerker binnen drie jaar na toekenning zijn dienstverband beëindigt. Certificaten van aandelen ten behoeve van de buitenlandse medewerkers worden door de Vennootschap in bewaring gehouden en worden aan de medewerkers verstrekt wanneer ze definitief worden toegekend. De totale kosten voor de Vennootschap voor de additionele certificaten van aandelen, inclusief de te betalen loonheffing, is beperkt tot de waarde van de totale korting die is verstrekt.
In 2014 namen 22 medewerkers in Nederland, 6 medewerkers in het Verenigd Koninkrijk en 2 medewerkers in Duitsland deel aan het plan. In totaal werden 215.174 certificaten in het Nederlandse plan toegekend en 21.730 in het buitenlandse plan.
De waarde van de certificaten van aandelen op de datum van toekenning (16 april 2014), de eerste dag na de datum waarop de aandeelhouders de aankoop van certificaten van aandelen hebben goedgekeurd is de waarde op het handelsplatform van Van Lanschot en bedroeg € 3,22. De waarde van de loonheffing bedraagt € 53 duizend, waarvan € 17 duizend (2014: € 35 duizend) betrekking heeft op nog niet definitief toegekende certificaten.
Er hebben in 2014 en 2015 geen annuleringen of aanpassingen in de toekenningen plaatsgevonden.
Kosten verantwoord in de winst-en-verliesrekening
De kosten worden verantwoord in de winst-en-verliesrekening over de looptijd van het participatieplan (3 jaar). De certificaten van aandelen toegekend in het Nederlandse participatieplan zijn volledig verstrekt aan medewerkers in 2015 respectievelijk 2014. Het voorwaardelijk toegekende deel is niet verantwoord in de winst-en-verliesrekening, maar als overige vorderingen onder de Handels- en overige vorderingen voor € 462 duizend (2014: € 150 duizend), waarvan € 269 duizend is geclassificeerd als kortlopend (2014: € 75 duizend als kortlopend). De cumulatieve reserve voor op aandelen gebaseerde beloning met betrekking tot het buitenlandse participatieplan bedraagt € 23 duizend (2014: € 5 duizend).
Participatie plan voor 2014
Per 1 januari 2014 was het participatieplan 2009 nog steeds van toepassing. Het plan kende een periode voor definitieve toekenning van 5 jaar die eindigde in 2014. In totaal werden 135.911 certificaten van aandelen toegekend met een waarde van € 1,74 per certificaat exclusief 12,5% korting die is verrekend door middel van certificaten van aandelen.
De kosten van in aandelen verrekende op aandelen gebaseerde beloning verwantwoord in de winst-en-verliesrekening 2014 gerelateerd aan het participatieplan 2009 bedroegen € 6 duizend.
2.2.1.25 25. Leningen en overige financieringsverplichtingen, inclusief derivaten
€ 1.000
31 december 2015 | 31 december 2014 | 1 januari 2014 | |
Bankleningen zonder zekerheden | 52.810 | 49.481 | - |
Bankleningen met zekerheden | - | - | 123.994 |
Derivaten | - | - | 1.351 |
Financiële-leaseverplichtingen | 157 | 268 | 499 |
Totaal langlopend | 52.967 | 49.749 | 125.844 |
Kortlopend deel van bankleningen met zekerheden | - | - | 9.109 |
Rekening-courantkrediet | 1.793 | 2.535 | 16.574 |
Derivaten | - | 96 | - |
Kortlopend deel van financiële-leaseverplichtingen | 198 | 371 | 472 |
Totaal kortlopend | 1.991 | 3.002 | 26.155 |
Zowel het kortlopende deel als het langlopende deel van de bankleningen per 1 januari 2014 zijn volledig afgelost in 2014. In 2014 heeft de Groep een nieuwe financieringsovereenkomst afgesloten waarvoor geen kortlopende aflossingsverplichtingen bestaan per 31 december 2015 (hetzelfde geldt voor 31 december 2014) (zie informatie onder 'Multicurrency revolving facility agreement').
Informatie over de blootstelling van de Groep aan rente-, vreemde valuta- en liquiditeitsrisico is opgenomen in noot 29.
Voorwaarden en aflossingsschema
De voorwaarden voor de uitstaande leningen kunnen als volgt worden weergegeven:
Valuta | Nominale rente | Jaar van afloop | Nominale waarde 31 december 2015 | Boekwaarde 31 december 2015 | Nominale waarde 31 december 2014 | Boekwaarde 31 december 2014 | Nominale waarde 1 januari 2014 | Boekwaarde 1 januari 2014 | |
% | € 1.000 | € 1.000 | € 1.000 | € 1.000 | € 1.000 | € 1.000 | |||
Bankleningen zonder zekerheden (variabele rente) | GBP | LIBOR + 0,7% | 2020 | 54.241 | 52.810 | 51.354 | 49.481 | - | - |
Bankleningen met zekerheden 1 | EUR | EURIBOR + 1%-2,4% | 2017 | - | - | - | - | 64.000 | 63.241 |
Bankleningen met zekerheden 2 | GBP | LIBOR + 1,95 - 2,5% | 2015 | - | - | - | - | 69.862 | 69.862 |
Derivaten | EUR/GBP | - | - | 96 | 96 | 1.351 | 1.351 | ||
Financiële-leaseverplichtingen | GBP | 4% - 4.4% | 2016-2020 | 372 | 355 | 683 | 639 | 1.086 | 971 |
Totaal rentedragende verplichtingen | 54.613 | 53.165 | 52.133 | 50.216 | 136.299 | 135.425 | |||
2.2.1.25.1
Bankleningen zonder zekerheden
Multicurrency revolving facility agreement
De Groep heeft in 2014 een nieuwe financieringsovereenkomst (multicurrency revolving facility agreement) afgesloten met ABN AMRO Bank, Rabobank, Lloyds Bank en BNP Paribas welke vrij van zekerheden is, waarmee de financiering van de Groep met ABN AMRO Bank, Rabobank en Lloyds Bank is overgesloten. De overeenkomst heeft een looptijd tot 31 januari 2020. Het bedrag van de financiering bedraagt € 300 miljoen, bestaande uit een leningsfaciliteit van € 200 miljoen en een rekening courant faciliteit van € 100 miljoen, waarvan per 31 december 2015 nominaal £ 40,0 miljoen (€ 54,5 miljoen) (31 december 2014: £ 43,1 miljoen (€ 55,3 miljoen)) werd gebruikt. Het rentepercentage op de financiering is gebaseerd op Euribor en/of Libor (afhankelijk van de valuta waarin bedragen zijn getrokken onder de faciliteit) plus een marge tussen 0,7% en 2,1%. De marge hangt af van de leverage ratio; op basis van de ratio in 2015 bedraagt deze marge 0,7% (2014: 0,7%).
Covenantrichtlijnen
Bestaande richtlijnen voor de financiële ratio’s:
- Leverage ratio, die wordt bepaald door de netto schuld gedeeld door genormaliseerde EBITDA. De leverage ratio mag niet meer bedragen dan 3,0; waarbij gedurende maximaal drie niet opeenvolgende halfjaarsperioden tijdens de kredietovereenkomst de ratio tussen 3,0 en 3,5 mag liggen.
- Interest coverage ratio, die wordt bepaald door het resultaat uit bedrijfsactiviteiten (EBIT) te delen door de netto rentelasten en niet tussen nul en 4,0 mag zijn.
Netto schuld betekent het totale bedrag van alle schulden aan kredietinstellingen en andere financiers (inclusief financiële lease overeenkomsten) minus geldmiddelen en kasequivalenten.
EBITDA betekent het resultaat uit bedrijfsactiviteiten (EBIT) vermeerderd met het bedrag van de amortisatie en afschrijvingen op activa.
Genormaliseerde EBITDA betekent, met betrekking tot een bepaalde periode, de EBITDA in die periode gecorrigeerd voor:
- inclusief EBITDA van een verworven onderneming gedurende de desbetreffende periode voor het deel van die periode voorafgaand aan het moment van acquisitie;
- exclusief EBITDA toerekenbaar aan een Groepsmaatschappij (of enig onderdeel van de Groep) verkocht tijdens de desbetreffende periode voor het deel voorafgaand aan de datum van verkoop tenzij de verkoopprijs met betrekking tot deze verkoop nog niet in de desbetreffende periode is ontvangen, in welk geval de EBITDA van de verkochte onderneming of activiteit in de genormaliseerde EBITDA zal worden opgenomen, met dien verstande dat wanneer de verkoopprijs deels is ontvangen in de relevante periode een proportioneel deel van de EBITDA van de verkochte onderneming of activiteit zal worden opgenomen in de genormaliseerde EBITDA;
- inclusief, op aanwijzing door de Vennootschap, buitengewone kosten die zijn opgetreden in de relevante periode en samenhangen met de integratie van een verworven onderneming of met de kosten van ontvlechting bij de verkoop van een onderneming met dien verstande dat het totale bedrag van zulke kosten het bedrag van € 25 miljoen niet overschrijdt gedurende de looptijd van de overeenkomst en het bedrag van € 10 miljoen niet overschrijdt in een boekjaar. De Vennootschap dient in dit geval een compliance certificaat in te dienen waarop de specificatie van deze buitengewone kosten wordt weergegeven.
Netto rentelasten betekent het netto bedrag van de financiële baten minus rente, commissie, fees, kortingen en andere financiële lasten verantwoord in de relevante periode in overeenstemming met de van toepassing zijnde verslaggevingsregels.
Per 31 december 2015 waren zowel de leverage ratio als de interest coverage ratio negatief (31 december 2014: 0,28 negatief respectievelijk 9,75) conform de van toepassing zijnde verslaggevingsregels. Hiermee voldoet ForFarmers zowel per 31 december 2015 als per 31 december 2014 volledig aan de voorwaarden en condities van de convenanten.
Overige leningen zonder zekerheden
ForFarmers Thesing heeft een financieringsovereenkomst met de Bremer Landesbank, vrij van zekerheden, met een maximum bedrag van € 6 miljoen. Van deze faciliteit wordt per balansdatum een bedrag van € 1,8 miljoen gebruikt (31 december 2014: € 1,4 miljoen) als rekening courant krediet met een rente van 2,47 % (2014: 1,393%).
2.2.1.25.2
Bankleningen met zekerheden (reeds afgelost)
Banklening 1 met zekerheden
In 2012 heeft de Groep een financieringsovereenkomst afgesloten met ABN AMRO Bank en Rabobank (einddatum 31 maart 2017). Het maximum bedrag van de lening bedroeg € 120,0 miljoen, waarvan € 64 miljoen werd gebruikt op 1 januari 2014. De rente op de lening was gebaseerd op Euribor plus een marge van 1,0% tot 2,4%. De marge was gebaseerd op de gecorrigeerde ratio tussen netto rentedragende schuld en EBITDA (leverage ratio, maximaal 3,5) en de interest coverage ratio (minimum 2,6).
De lening kende de volgende hypothecaire zekerheden en pandrechten:
- hypothecaire inschrijvingen van in totaal € 170,4 miljoen;
- hypothecaire zekerheid op het onroerend goed in Izegem in België;
- verpanding van de aandelen van ForFarmers B.V.;
- verpanding van machines, voorraden en (handels)vorderingen;
- verpanding van de materiële vaste activa van ForFarmers Langförden GmbH;
- verpanding van bankrekeningen van ForFarmers GmbH en ForFarmers Langförden GmbH;
- verpanding van de vorderingen van ForFarmers Langförden GmbH.
De Groep voldeed aan alle voorwaarden van deze banklening per 1 januari 2014.
Voor de eerste drie jaren (tot 31 maart 2015) is het variabele deel van de rente (Euribor) via een interest rate swap geconverteerd in een vaste rente van 1,095% plus de marge zoals hiervoor is beschreven.
De nominale waarde van deze swap neemt af van € 70 miljoen naar € 56,0 miljoen in overeenstemming met het aflossingsschema.
Voor de periode van 1 april 2015 tot en met 31 maart 2017 is het variabele deel van de rente via een interest rate swap geconverteerd in een vaste rente van 2,13%, plus de marge zoals hiervoor is beschreven. De nominale waarde van de swap neemt af van € 32,4 miljoen tot € 24,0 miljoen in overeenstemming met het aflossingsschema.
De reële waarde van de swaps per 31 december 2013 bedroeg € 1,3 miljoen negatief.
De swaps zijn beëindigd in 2014 omdat de lening is afgelost via de nieuwe multicurrency revolving credit facility zoals toegelicht onder de bankleningen zonder zekerheden. Er is geen hedge accounting toegepast in 2014 en de swaps hadden geen overige cash verplichtingen.
Banklening 2 met zekerheden
In 2011 sloot de Groep een financieringsovereenkomst met Lloyds Banking Group (einddatum 31 december 2015). Het maximum bedrag van deze financiering bedroeg € 103 miljoen (GBP 86 miljoen), waarvan per 1 januari 2014 € 70 miljoen (GBP 58,4 miljoen) werd gebruikt.
Met betrekking tot de lening zijn de volgende hypothecaire zekerheden en pandrechten afgegeven:
- hypothecaire zekerheid op het onroerend goed in het Verenigd Koninkrijk:
- verpanding van vorderingen van ForFarmers UK.
De Groep voldeed aan alle voorwaarden van de banklening per 1 januari 2014.
De variabele rente op de lening bedraagt Libor plus 1,95% tot 2,50%. De rente was, via een interest rate swap, vastgezet op 0,79% voor de periode tot september 2015, voor een nominaal bedrag van € 48 miljoen (GBP 40 miljoen).
De reële waarde van de swap per 31 december 2014 bedroeg € 96 duizend negatief (1 januari 2014 € 16 duizend negatief). Gedurende 2014 en 2015 is geen hedge accounting toegepast op deze swap.
2.2.1.25.3
Financiële lease verplichtingen
Financiële lease verplichtingen kunnen als volgt worden weergegeven:
€ 1.000
31 december 2015
31 december 2014
Toekomstige minimale leasebetalingen
Rente
Contante waarde van minimale leasebetalingen
Toekomstige minimale leasebetalingen
Rente
Contante waarde van minimale leasebetalingen
Minder dan 1 jaar
200
2
198
372
1
371
Tussen 1 en 5 jaar
172
15
157
281
30
251
Meer dan 5 jaar
-
-
-
30
13
17
Totaal
372
17
355
683
44
639
De daling van de toekomstige lease betalingen komt doordat activa die voorheen werden geleased nu worden gekocht. Dit betreft voornamelijk transportmiddelen.
2.2.1.26 26. Personeelsbeloningen
Verschillende beloningsplannen zijn van toepassing in de verschillende landen waarin de Groep actief is.
€ 1.000
31 december 2015 | 31 december 2014 | 1 januari 2014 | |
Verplichting uit hoofde van netto toegezegd-pensioenrechten | 67.216 | 71.213 | 58.323 |
Verplichting uit hoofde van overige lange termijn dienstijd en beloningsplannen | 3.258 | 3.113 | 1.189 |
Totaal | 70.474 | 74.326 | 59.512 |
Nederland
In Nederland zijn de pensioenen geregeld via twee pensioenplannen in 2015 en 2014. Een verzekerd toegezegd-pensioenplan was aanwezig voor de (ex) medewerkers van Hendrix, welke onderneming is verworven door de Groep in 2012. Daarnaast was een verzekerd toegezegde bijdrage plan aanwezig voor de (ex) ForFarmers medewerkers.
Onder het toegezegd-pensioenplan was de Groep blootgesteld aan actuariële risico’s met betrekking tot de gegarandeerde premies die moesten worden afgedragen zelfs na afloop van het verzekeringscontract. De toezeggingen onder het plan werden berekend op basis van actuariële berekeningen, met discontering tegen de toepasselijke disconteringsvoet. Het toegezegd-pensioenplan was deels gefinancierd. Per 31 december 2014 zijn twee wijzigingen doorgevoerd die effectief zijn met ingang van 1 januari 2015. De aanpassingen betroffen een verlaging van het opbouwpercentage van 2,0% naar 1,875% en de wettelijke maximering van het pensioengevend salaris (€ 100.000). De aanpassingen van het plan hadden een positieve invloed op de kosten van backservice van € 3.023 duizend in 2014.
In 2015 heeft de Groep besloten om de pensioenverplichtingen van toepassing voor alle Nederlandse deelnemingen te harmoniseren. Als een gevolg daarvan is de Groep een nieuw pensioenplan gestart, effectief per 1 januari 2016, dat van toepassing is voor alle Nederlandse medewerkers, waarbij alle pensioenrechten opgebouwd tot en met 31 december 2015 achter zijn gebleven in de oude pensioenplannen.
Als gevolg daarvan zijn de beide oude pensioenplannen gesloten per 31 december 2015. Vanaf die datum worden pensioenrechten opgebouwd onder het nieuwe plan op basis van een collectief toegezegde-bijdrageregeling. Een verzekeringsmaatschappij administreert het plan. Vanaf die datum resteren geen verplichtingen onder het oude ForFarmers pensioenplan. Onder het oude Hendrix pensioenplan blijft de Groep verantwoordelijk voor de verplichtingen opgebouwd tot en met 31 december 2015 en de daaraan gerelateerde gegarandeerde premies en als gevolg daarvan wordt dit plan als toegezegd-pensioenplan verantwoord.
Het sluiten van de pensioenplannen resulteerde in een last van € 393 duizend in 2015.
Samen met het nieuwe pensioenplan heeft de Groep tot een toegezegde bijdrage regeling besloten voor medewerkers met een jaarsalaris dat meer bedraagt dan € 52.763. Een verzekeringsmaatschappij administreert de verplichtingen onder beide plannen met in gang van 1 januari 2016.
De nettoverplichting uit hoofde van toegezegd-pensioenregelingen in Nederland bedraagt per 31 december 2015 € 11.753 duizend (31 december 2014: € 13.097 duizend; 1 januari 2014: € 10.502 duizend).
Duitsland / België
De Duitse deelnemingen hebben, voor een beperkt aantal mensen, toegezegd-pensioenregeling in eigen beheer. Dit plan is reeds gesloten zodat geen nieuwe verplichtingen ontstaan. De toezeggingen zijn berekend op basis van actuariële berekeningen waarbij de van toepassing zijnde disconteringsvoet is gehanteerd. Actuariële resultaten worden direct in het eigen vermogen verantwoord als niet gerealiseerde resultaten. Het Duitse toegezegd-pensioenplan is niet afgefinancierd.
In aanvulling op het toegezegd-pensioenplan in eigen beheer is een toegezegde bijdrage regeling van kracht voor alle overige medewerkers van de Duitse deelnemingen.
De nettoverplichting uit hoofde van toegezegd-pensioenregelingen in Duitsland bedraagt per 31 december 2015 € 5.307 duizend (31 december 2014: € 5.756 duizend; 1 januari 2014: € 4.854 duizend).
De Belgische deelnemingen hebben uitsluitend toegezegde bijdrage regelingen voor hun medewerkers.
Verenigd Koninkrijk
In het Verenigd Koninkrijk zijn twee pensioenplannen van kracht.
Een netto toegezegd-pensioenverplichting is verantwoord in de geconsolideerde balans voor de verplichtingen onder deze plannen. De pensioenactiva zijn gewaardeerd op actuele waarde. De verplichtingen zijn berekend op basis van actuariële berekeningen, waarbij de van toepassing zijnde disconteringsvoet is gehanteerd. Actuariële resultaten worden direct in het eigen vermogen verantwoord als niet gerealiseerde resultaten.
Het eerste plan heeft betrekking op de (ex) medewerkers van BOCM Pauls, welke onderneming is verworven door de Groep in 2012. Per 1 oktober 2006 is dit plan gesloten, zodat geen nieuwe verplichtingen ontstaan. Vanaf die datum is een nieuwe regeling van kracht gebaseerd op een toegezegde bijdrage. Een verzekeringsmaatschappij administreert het plan.
Het tweede plan is een klein toegezegd-pensioenplan dat betrekking heeft op de (ex) medewerkers van HST Feeds, welke deelneming is verworven door de Groep in 2014. In dit plan worden geen nieuwe rechten opgebouwd. Beide toegezegd-pensioenplannen zijn volledig afgefinancierd. De financeringsvereisten zijn gebaseerd op het actuariële berekeningsraamwerk zoals uiteengezet in het financeringsbeleid van de plannen.
De nettoverplichting uit hoofde van toegezegd-pensioenregelingen in het Verenigd Koninkrijk bedraagt per 31 december 2015 € 50.156 duizend (31 december 2014: € 52.360 duizend; 1 januari 2014: € 42.967 duizend).
2.2.1.26.1
Mutatie in de netto toegezegd-pensioenverplichting
De volgende tabel geeft de aansluiting weer tussen de openingsbalans en de balans per einde boekjaar voor de verplichting uit hoofde van toegezegd pensioen en de componenten daarvan.
2015
€ 1.000
Brutoverplichting uit hoofde van toegezegd- pensioenregelingen (gefinancierde plannen) | Reële waarde van fondsbeleggingen (gefinancierde plannen) | Nettoverplichting uit hoofde van toegezegd- pensioenregelingen (gefinancierde plannen) | Nettoverplichting uit hoofde van toegezegd- pensioenregelingen (niet-gefinancierde plannen) | Totale nettoverplichting uit hoofde van toegezegd- pensioenregelingen | |
Stand op 1 januari | 290.242 | -224.785 | 65.457 | 5.756 | 71.213 |
Opgenomen in resultaat | |||||
Aan dienstjaar toegekende pensioenkosten | 3.175 | - | 3.175 | 19 | 3.194 |
Pensioenkosten van verstreken diensttijd | - | - | - | - | - |
Verrekening | -11.360 | 11.753 | 393 | - | 393 |
Administratieve kosten | - | 631 | 631 | - | 631 |
Rentelasten (baten) | 9.841 | -7.635 | 2.206 | 101 | 2.307 |
1.656 | 4.749 | 6.405 | 120 | 6.525 | |
Opgenomen in niet-gerealiseerde resultaten | |||||
Verliezen (winsten) in verband met herwaardering | |||||
Actuariële verliezen (winsten) als gevolg van: | |||||
- demografische veronderstellingen | -15 | - | -15 | - | -15 |
- financiële veronderstellingen | -14.659 | - | -14.659 | -245 | -14.904 |
- aanpassingen op grond van ervaringen | -3.034 | - | -3.034 | -29 | -3.063 |
Rendement op fondsbeleggingen, excludief rentebaten | - | 10.679 | 10.679 | - | 10.679 |
Effect wisselkoerswijzigingen | 12.466 | -9.201 | 3.265 | - | 3.265 |
-5.242 | 1.478 | -3.764 | -274 | -4.038 | |
Overig | |||||
Verworven via acquistitie | - | - | - | - | - |
Bijdragen door de werkgever (aan fondsbeleggingen) | - | -6.188 | -6.188 | - | -6.188 |
Rechtstreeks door de werkgever uitbetaalde vergoedingen | - | - | - | -296 | -296 |
Werknemersbijdragen | 781 | -781 | - | - | - |
Uit fondsbeleggingen uitbetaalde vergoedingen | -7.917 | 7.917 | - | - | - |
-7.136 | 948 | -6.188 | -296 | -6.484 | |
Stand op 31 december | 279.520 | -217.610 | 61.910 | 5.306 | 67.216 |
2014
€ 1.000
Brutoverplichting uit hoofde van toegezegd- pensioenregelingen (gefinancierde plannen) | Reële waarde van fondsbeleggingen (gefinancierde plannen) | Nettoverplichting uit hoofde van toegezegd- pensioenregelingen (gefinancierde plannen) | Nettoverplichting uit hoofde van toegezegd- pensioenregelingen (niet-gefinancierde plannen) | Totale nettoverplichting uit hoofde van toegezegd- pensioenregelingen | |
Stand op 1 januari | 226.878 | -173.409 | 53.469 | 4.854 | 58.323 |
Opgenomen in resultaat | |||||
Aan dienstjaar toegekende pensioenkosten | 2.006 | - | 2.006 | 19 | 2.025 |
Pensioenkosten van verstreken diensttijd | -3.023 | - | -3.023 | - | -3.023 |
Administratieve kosten | - | 503 | 503 | - | 503 |
Rentelasten (baten) | 10.093 | -7.899 | 2.194 | 165 | 2.359 |
9.076 | -7.396 | 1.680 | 184 | 1.864 | |
Opgenomen in niet-gerealiseerde resultaten | |||||
Verliezen (winsten) in verband met herwaardering | |||||
Actuariële verliezen (winsten) als gevolg van: | |||||
- demografische veronderstellingen | - | - | - | - | - |
- financiële veronderstellingen | 46.581 | - | 46.581 | 988 | 47.569 |
- aanpassingen op grond van ervaringen | -712 | - | -712 | 19 | -693 |
Rendement op fondsbeleggingen, excludief rentebaten | - | -32.458 | -32.458 | - | -32.458 |
Effect wisselkoerswijzigingen | 12.570 | -9.329 | 3.241 | - | 3.241 |
58.439 | -41.787 | 16.652 | 1.007 | 17.659 | |
Overig | |||||
Verworven via acquistitie | 1.005 | -924 | 81 | - | 81 |
Bijdragen door de werkgever (aan fondsbeleggingen) | - | -6.425 | -6.425 | - | -6.425 |
Rechtstreeks door de werkgever uitbetaalde vergoedingen | - | - | - | -289 | -289 |
Werknemersbijdragen | 764 | -764 | - | - | - |
Uit fondsbeleggingen uitbetaalde vergoedingen | -5.920 | 5.920 | - | - | - |
-4.151 | -2.193 | -6.344 | -289 | -6.633 | |
Stand op 31 december | 290.242 | -224.785 | 65.457 | 5.756 | 71.213 |
Geen van de toegezegd-pensioenplannen heeft een netto toegezegd-pensioen actief.
2.2.1.26.2
Activa in het plan
Op elke rapportagedatum wordt een 'Asset-Liability Matching' studie uitgevoerd waarin de consequenties van het strategische investeringsbeleid worden geanalyseerd. Gebaseerd op de marktsituatie is een strategische activa-mix vastgesteld bestaande uit aandelen, obligaties, onroerend goed, geldmiddelen en overige investeringen. Dit kan als volgt worden weergegeven:
€ 1.000
31 december 2015 | 31 december 2014 | 1 januari 2014 | |
Huidige waarde | Huidige waarde | Huidige waarde | |
Aandelen | 45.929 | 38.791 | 37.304 |
Fondsen | - | - | 22.632 |
Vastgoed | 10.289 | 9.700 | 8.996 |
Index gerelateerde obligaties | - | - | 3.958 |
Obligaties | 99.429 | 100.475 | 30.707 |
Liquide middelen en overige activa | 563 | 912 | 10.315 |
Overig (verzekeringscontracten) | 61.400 | 74.907 | 59.497 |
Totaal | 217.610 | 224.785 | 173.409 |
2.2.1.26.3
Toegezegd-pensioenverplichting
Risico blootstelling
De toegezegd-pensioenregelingen stellen de Groep bloot aan actuariële risico’s, zoals het langleven risico, valutarisico’s, renterisico’s en markt (investerings) risico.
Actuariële aannames
De belangrijkste actuariële aannames per de balansdatum kunnen als volgt worden weergegeven (uitgedrukt als gewogen gemiddelden):
Actuariële veronderstellingen | 2015 | 2014 |
Gewogen gemiddelde veronderstellingen om de brutoverplichting uit hoofde van de toegezegd-pensioenrechten te bepalen | ||
Disconteringsvoet | 2,20% - 3,90% | 1,80% - 3,70% |
Toekomstige salarisgroei | 0,0% | 0,0% |
Toekomstige pensioensgroei | 1,50% - 2,90% | 1,50% - 2,90% |
Inflatie | 1,50% - 3,00% | 1,50% - 3,00% |
Salarisverhoging (alleen van toepassing voor Nederland) | 0,0% | 2,55% |
Gewogen gemiddelde veronderstellingen om de kosten van de toegezegd-pensioenregelingen te bepalen | ||
Disconteringsvoet | 1,80% - 3,70% | 2,20% - 4,35% |
Toekomstige salarisgroei | 0,0% | 0,0% |
Toekomstige pensioensgroei | 1,50% - 2,90% | 1,50% - 3,25% |
Inflatie | 1,50% - 3,00% | 2,00% - 3,30% |
Salarisverhoging (alleen van toepassing voor Nederland) | 2,55% | 2,55% |
Aannames met betrekking tot toekomstige sterftecijfers zijn gebaseerd op gepubliceerde statistieken en sterftetafels:
- Nederland (gefinancierde plannen): AG2014
- Duitsland (niet-gefinancierde plannen): RT Heubeck 2005G
- Verenigd Koninkrijk(gefinancierde plannen): CMI Mortality Projects Model 'CMI_2011'
De actuele verwachte levensduur waarop de toegezegd-pensioen verplichting op de balansdatum kan als volgt worden weergegeven (uitgedrukt in gewogen gemiddelden):
2015 | 2014 | |
Levensverwachting op 65-jarige leeftijd voor huidige gepensioneerden | ||
Mannen | 20,9 | 21,0 |
Vrouwen | 23,7 | 23,5 |
Levensverwachting op 65-jarige leeftijd voor huidige deelnemers van 45 jaar | ||
Mannen | 23,0 | 23,0 |
Vrouwen | 25,7 | 25,6 |
Gevoeligheidsanalyse
Redelijkerwijs mogelijke veranderingen per balansdatum in een van de relevante actuariële aannames, alle andere aannames constant verondersteld, zouden de toegezegd-pensioen verplichting ten bedrage van € 285 miljoen (31 december 2014: € 296 miljoen; 1 januari 2014: € 233 miljoen) hebben beïnvloed met de bedragen als hierna zijn weergegeven:
Effect op de contante waarde van de toegezegd-pensioenregeling
€ 1.000
31 december 2015 | 31 december 2014 | 1 januari 2014 | |
Daling rekenrente met 0,25% | 12.310 | 14.983 | 6.862 |
Stijging rekenrente met 0,25% | -11.585 | -13.999 | -6.591 |
Daling inflatie met 0,25% | -7.474 | -8.439 | -6.268 |
Stijging inflatie met 0,25% | 7.878 | 8.939 | 6.513 |
Stijging levensverwachting met 1 jaar | 6.154 | 5.576 | 4.413 |
Bijdragen werkgever
De Groep verwacht een bedrag van € 3,3 miljoen aan pensioenbijdragen te betalen aan de toegezegde bijdrageregelingen in 2016.
Overige lange termijn medewerkers verplichtingen
De overige lange termijn verplichtingen hebben betrekking op de jubileumuitkeringen voor medewerkers in Nederland, Duitsland en België en op een lange termijn beloningsplan voor de Directie.
2.2.1.27 27. Voorzieningen
€ 1.000
Bodemsanering | Sloopkosten | Herstructurering | Verlieslatende contracten | Overig | Totaal | |
Stand op 1 januari 2015 | 2.009 | 764 | 268 | 681 | 5.833 | 9.555 |
In boekjaar getroffen voorzieningen | - | - | 254 | 24 | 1.050 | 1.328 |
Vrijval | -804 | - | -41 | - | -1.825 | -2.670 |
In boekjaar gebruikte voorzieningen | -321 | -141 | -227 | -113 | -3.076 | -3.878 |
Effect van discontering | 40 | - | - | 46 | 105 | 191 |
Translatie verschillen | -1 | - | - | - | -1 | -2 |
Stand op 31 december 2015 | 923 | 623 | 254 | 638 | 2.086 | 4.524 |
Langlopend | 923 | 100 | - | 638 | 1.814 | 3.475 |
Kortlopend | - | 523 | 254 | - | 272 | 1.049 |
Stand op 31 december 2015 | 923 | 623 | 254 | 638 | 2.086 | 4.524 |
€ 1.000
Bodemsanering | Sloopkosten | Herstructurering | Verlieslatende contracten | Overig | Totaal | |
Stand op 1 januari 2014 | 2.079 | 929 | 653 | 641 | 8.260 | 12.562 |
In boekjaar getroffen voorzieningen | 266 | - | 47 | 106 | 430 | 849 |
In boekjaar gebruikte voorzieningen | -327 | -165 | -432 | -81 | -2.905 | -3.910 |
Effect van discontering | -9 | - | - | 15 | 48 | 54 |
Stand op 31 december 2014 | 2.009 | 764 | 268 | 681 | 5.833 | 9.555 |
Langlopend | 1.759 | 550 | - | 600 | 4.655 | 7.564 |
Kortlopend | 250 | 214 | 268 | 81 | 1.178 | 1.991 |
Stand op 31 december 2014 | 2.009 | 764 | 268 | 681 | 5.833 | 9.555 |
Bodemsanering
De voorziening voor bodemsanering heeft betrekking op verwachte onvermijdbare kosten voor het reinigen van vervuilde terreinen. De Groep voert periodiek beoordelingen door om vast te stellen of terreinen zijn vervuild. Op het moment dat vervuiling wordt geconstateerd worden de onvermijdbare kosten om te saneren ingeschat en voorzien. De vrijval van de voorziening in 2015 komt door de verkoop van onroerend goed.
Sloopkosten
In voorgaande jaren is een voorziening van € 929 duizend getroffen als gevolg van het besluit om een locatie in Nederland te sluiten.
Herstructurering
Bij de integratie van de verschillende acquisities heeft de Groep besloten om de organisatie aan te passen teneinde in staat te zijn haar lange-termijn doelstellingen te realiseren. De voorziening voor herstructurering heeft betrekking op deze organisatorische aanpassing.
Volgend op dit besluit, heeft de Groep een voorziening gevormd voor verwachte herstructureringskosten, inclusief kosten van beëindigen van contracten, advieskosten en kosten van beëindigen van arbeidsovereenkomsten. De geschatte kosten zijn gebaseerd op de contractuele bepalingen.
Verliesgevende contracten
In vorige jaren heeft de Groep een niet-opzegbaar huurcontract voor magazijnruimte afgesloten. Als gevolg van wijzigingen in haar activiteiten, is de groep in 2012 opgehouden deze gebouwen te gebruiken, resulterend in overtollige magazijnruimte. Het huurcontract loopt af in 2023. Er is een voorziening gevormd voor de contante waarde van de minimaal verschuldigde toekomstige betalingen minus huurinkomsten.
Overige voorzieningen
De overige voorzieningen hebben met name betrekking op voorwaardelijke verplichtingen uit hoofde van eerdere acquisities en desinvesteringen. De vrijval in 2015 komt door een andere inschatting dan ultimo 2014 van een aantal (voorwaardelijke) verplichtingen.
2.2.1.28 28. Handelsschulden en overige te betalen posten
€ 1.000
31 december 2015 | 31 december 2014 | 1 januari 2014 | |
Handelsschulden | 99.437 | 101.514 | 101.612 |
Overige schulden, overlopende passiva en overige schulden | 71.585 | 74.943 | 74.858 |
Belastingen (anders dan vennootschapsbelasting) en sociale lasten | 12.130 | 5.158 | 6.612 |
Totaal | 183.152 | 181.615 | 183.082 |
De overige schulden, uitgesteld inkomen en overlopende passiva hebben betrekking op, onder andere, nog te ontvangen facturen, vooruitbetalingen van afnemers en nog te betalen personeelskosten.
De nog te ontvangen facturen hebben hoofdzakelijk betrekking op grondstoffen en vrachtkosten waarvan per 31 december 2015 als nog te betalen is verantwoord € 22,1 miljoen (31 december 2014: € 24,8 miljoen; 1 januari 2014: € 24,1 miljoen).
De nog te betalen personeelskosten hebben hoofdzakelijk betrekking op niet opgenomen vakantiedagen en te betalen bonussen (31 december 2015: € 19,6 miljoen; 31 december 2014: € 22,5 miljoen; 1 januari 2014: € 16,6 miljoen).
2.2.1.29 29. Financiële instrumenten
De volgende tabel geeft de boekwaarden en reële waarden weer van de financiële activa en financiële verplichtingen, inclusief hun niveaus in de reële waarde hiërarchie. De tabel bevat geen reële waarde informatie voor financiële activa en financiële verplichtingen niet gewaardeerd op reële waarde indien de boekwaarde een redelijke benadering is van de reële waarde.
31 december 2015
€ 1.000
Boekwaarde | Reële waarde | |||||||||
noot | Aangehouden voor handelsdoeleinden | Financiële activa geclassificeerd als aangehouden voor verkoop | Leningen en vorderingen | Overige financiële verplichtingen | Totaal | Niveau 1 | Niveau 2 | Niveau 3 | Totaal | |
Financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde | ||||||||||
Eigenvermogensinstrumenten | 38 | 38 | 38 | 38 | ||||||
Financiële activa niet gewaardeerd tegen reële waarde | ||||||||||
Handels- en overige vorderingen | 20 | 243.917 | 243.917 | 243.917 | 243.917 | |||||
Geldmiddelen en kasequivalenten | 21 | 88.293 | 88.293 | |||||||
Financiële verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde | ||||||||||
Renteswaps | 25 | - | - | - | ||||||
Financiële verplichtingen niet gewaardeerd tegen reële waarde | ||||||||||
Rekening-courantkredieten banken | 25 | -1.793 | -1.793 | |||||||
Bankleningen zonder zekerheden | 25 | -52.810 | -52.810 | -52.810 | -52.810 | |||||
Financiële-leaseverplichtingen | 25 | -355 | -355 | -355 | -355 | |||||
Handelsschulden | 28 | -99.437 | -99.437 | -99.437 | -99.437 | |||||
31 december 2014
€ 1.000
Boekwaarde | Reële waarde | |||||||||
noot | Aangehouden voor handelsdoeleinden | Financiële activa geclassificeerd als aangehouden voor verkoop | Leningen en vorderingen | Overige financiële verplichtingen | Totaal | Niveau 1 | Niveau 2 | Niveau 3 | Totaal | |
Financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde | ||||||||||
Eigenvermogensinstrumenten | 37 | 37 | 37 | 37 | ||||||
Financiële activa niet gewaardeerd tegen reële waarde | ||||||||||
Handels- en overige vorderingen | 20 | 238.813 | 238.813 | 238.813 | 238.813 | |||||
Geldmiddelen en kasequivalenten | 21 | 77.729 | 77.729 | |||||||
Financiële verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde | ||||||||||
Renteswaps | 25 | -96 | -96 | -96 | -96 | |||||
Financiële verplichtingen niet gewaardeerd tegen reële waarde | ||||||||||
Rekening-courantkredieten banken | 25 | -2.535 | -2.535 | |||||||
Bankleningen zonder zekerheden | 25 | -49.481 | -49.481 | -49.481 | -49.481 | |||||
Financiële leaseverplichtingen | 25 | -639 | -639 | -639 | -639 | |||||
Handelsschulden | 28 | -101.514 | -101.514 | -101.514 | -101.514 | |||||
1 januari 2014
€ 1.000
Boekwaarde | Reële waarde | |||||||||
noot | Aangehouden voor handelsdoeleinden | Financiële activa geclassificeerd als aangehouden voor verkoop | Leningen en vorderingen | Overige financiële verplichtingen | Totaal | Niveau 1 | Niveau 2 | Niveau 3 | Totaal | |
Financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde | ||||||||||
Eigenvermogensinstrumenten | 109 | 109 | 109 | 109 | ||||||
Financiële activa niet gewaardeerd tegen reële waarde | ||||||||||
Handels- en overige vorderingen | 20 | 250.399 | 250.399 | 244.896 | 244.896 | |||||
Geldmiddelen en kasequivalenten | 21 | 146.804 | 146.804 | |||||||
Financiële verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde | ||||||||||
Renteswaps | 25 | -1.351 | -1.351 | -1.351 | -1.351 | |||||
Financiële verplichtingen niet gewaardeerd tegen reële waarde | ||||||||||
Rekening-courantkredieten banken | 25 | -16.574 | -16.574 | |||||||
Bankleningen met zekerheden | 25 | -133.103 | -133.103 | -133.103 | -133.103 | |||||
Financiële leaseverplichtingen | 25 | -971 | -971 | -971 | -971 | |||||
Handelsschulden | 28 | -101.612 | -101.612 | -101.612 | -101.612 | |||||
2.2.1.29.1 Bepaling van reële waarden
Waarderingstechnieken en belangrijke niet-waarneembare input
In de volgende tabel wordt de waarderingstechniek uiteengezet die is gebruikt voor het bepalen van de reële waarde van de groep af te stoten activa en verplichtingen, evenals de belangrijke niet-waarneembare input die daarbij is gebruikt.
Financiële instrumenten gewaardeerd op reële waarde
Type | Waarderingstechniek | Belangrijke niet-waarneembare input |
Rente swaps | De Groep sluit derivaten af met financiële instituten met een hoge credit-rating, Rente swaps worden gewaardeerd gebaseerd op waarderingtechnieken die gebruikmaken van waarneembare marktinput, De meest gebruikte waarderingstechnieken zijn swapmodellen die gebruik maken van contante waarde berekeningen, | Niet van toepassing |
Financiële instrumenten niet gewaardeerd op reële waarde
Type
Waarderingstechniek
Belangrijke niet-waarneembare input
Leningen en vorderingen (langlopend)
Contant gemaakte kasstromen
Niet van toepassing
Geldmiddelen, handels- en overige vorderingen en overige financiële verplichtingen (kortlopend)
Gezien de korte termijn van deze instrumenten benaderd de boekwaarde de marktwaarde
Niet van toepassing
Overige financiële verplichtingen (langlopend)
Contant gemaakte kasstromen, Vergeleken met het voorgaand jaar is de reële waarde van langetermijnsverplichtingen gelijk aan de boekwaarde als gevolg van de nieuwe financieringsovereenkomst (verwezen wordt naar noot 25),
Niet van toepassing
2.2.1.29.2.1
Risk Management raamwerk
De Directie heeft de eindverantwoordelijkheid en het overzicht over het risico raamwerk van de Groep. De Directie heeft een 'Risk Advisory Board' ingesteld, welke verantwoordelijk is voor de ontwikkeling en bewaking van het risicobeheer van de Groep. De Risk Advisory Board rapporteert regelmatig aan de Directie en over haar activiteiten. De Groep beschouwt de acceptatie van risico’s en het onderkennen van mogelijkheden als een onmisbaar onderdeel om haar strategische doelstellingen te kunnen realiseren. Risicobeheer draagt bij aan de realisatie van de strategische doelstellingen en zorgt dat kan worden voldaan aan de vereisten van goed ondernemingsbestuur. Via een actieve bewaking van het risicobeheer richt de Groep zich op het creëren van een hoog niveau van bewustzijn in termen van risicobeheer. De opzet en coördinatie van risicobeheer vindt plaats vanuit de afdeling Group Control.
De Groep is blootgesteld aan de volgende risico’s voortvloeiend uit financiële instrumenten:
- kredietrisico;
- liquiditeitsrisico;
- markt risico.
2.2.1.29.2.2
Kredietrisico
Kredietrisico is het risico van financieel verlies voor de Groep indien een afnemer of tegenpartij van een financieel instrument de aangegane contractuele verplichtingen niet nakomt. Kredietrisico’s vloeien met name voort uit vorderingen op klanten en uit beleggingen in schuldpapier.
De boekwaarde van de financiële activa vertegenwoordigt het maximale kredietrisico.
Handels- en overige vorderingen
De blootstelling aan kredietrisico van de Groep wordt hoofdzakelijk bepaald door de individuele kenmerken van de afzonderlijke afnemers. Daarnaast houdt het management ook rekening met de demografische aspecten van het klantenbestand, waaronder het risico op wanbetaling in de bedrijfstak en het land waarin de afnemers actief zijn. Zie noot 4 en 7 voor nadere informatie over de concentratie van de opbrengsten.
De Groep handelt met ogenschijnlijk kredietwaardige partijen en heeft procedures opgezet om de kredietwaardigheid vast te stellen. Daarnaast heeft de Groep richtlijnen gedefinieerd om de omvang van het kredietrisico van elke partij te limiteren. Bovendien bewaakt de Groep de vorderingen continu en past zij een strikte kredietprocedure toe. Op basis van deze procedure worden klanten gecategoriseerd en afhankelijk van hun kredietprofiel worden de volgende risico mitigerende maatregelen genomen:
- betaling in overeenstemming met de betalingscondities per land;
- vooruitbetaling, betaling bij aflevering van de goederen of levering tegen verstrekking van zekerheden;
- hedging via letter of credit of bankgarantie;
- verzekering van het kredietrisico bij verschillende bedrijfsonderdelen.
Als een gevolg van de spreiding van de omzet over verschillende geografische gebieden en productgroepen is er geen significante concentratie van kredietrisico in de handelsvorderingen (geen enkele afnemer is verantwoordelijk voor meer dan 1% van de omzet). Voor een verdere toelichting op de handels- en overige vorderingen wordt verwezen naar noot 20.
Per 31 december 2015 kan de voorziening voor bijzondere waardeverminderingen met betrekking tot handels- en overige vorderingen, als volgt worden weergegeven:
€ 1.000
31 december 2015 | 31 december 2014 | 1 januari 2014 | |
Bruto handels- en overige vorderingen | 265.101 | 254.820 | 271.493 |
Voorziening voor bijzondere waardeverminderingen met betrekking tot handels- en overige vorderingen | -21.184 | -16.007 | -21.094 |
Totaal | 243.917 | 238.813 | 250.399 |
Langlopend | 12.494 | 5.021 | 5.503 |
Kortlopend | 231.423 | 233.792 | 244.896 |
Totaal | 243.917 | 238.813 | 250.399 |
Per 31 december 2015 kan de ouderdom van de handels- en overige vorderingen als volgt worden weergegeven:
€ 1.000
31 december 2015 | Rekeningen zonder bijzondere waardever- minderingen | Rekeningen met bijzondere waardever- minderingen | Totaal |
Binnen betalingstermijn | 201.858 | 8.807 | 210.665 |
Overschrijding < 30 dagen | 24.892 | 1.165 | 26.057 |
Overschrijding 31 - 60 dagen | 5.643 | 900 | 6.543 |
Overschrijding 61 - 90 dagen | 2.177 | 523 | 2.700 |
Overschrijding > 90 dagen | 7.076 | 12.060 | 19.136 |
Bruto bedrag | 241.646 | 23.455 | 265.101 |
Bijzondere waardevermindering | - | -21.184 | -21.184 |
Totaal | 241.646 | 2.271 | 243.917 |
Per 31 december 2014 kan de ouderdom van de handels- en overige vorderingen volgt worden weergegeven:
€ 1.000
31 december 2014 | Rekeningen zonder bijzondere waardever- minderingen | Rekeningen met bijzondere waardever- minderingen | Totaal |
Binnen betalingstermijn | 185.099 | 7.240 | 192.339 |
Overschrijding < 30 dagen | 25.353 | 2.771 | 28.124 |
Overschrijding 31 - 60 dagen | 7.195 | 1.704 | 8.899 |
Overschrijding 61 - 90 dagen | 3.813 | 1.233 | 5.046 |
Overschrijding > 90 dagen | 8.050 | 12.362 | 20.412 |
Bruto bedrag | 229.510 | 25.310 | 254.820 |
Bijzondere waardevermindering | - | -16.007 | -16.007 |
Totaal | 229.510 | 9.303 | 238.813 |
Per 1 januari 2014 kan de ouderdom van de handels- en overige vorderingen als volgt worden weergegeven:
€ 1.000
1 januari 2014 | Rekeningen zonder bijzondere waardever- minderingen | Rekeningen met bijzondere waardever- minderingen | Totaal |
Binnen betalingstermijn | 181.699 | 3.732 | 185.431 |
Overschrijding < 30 dagen | 28.475 | 4.007 | 32.482 |
Overschrijding 31 - 60 dagen | 8.824 | 1.938 | 10.762 |
Overschrijding 61 - 90 dagen | 4.813 | 2.148 | 6.961 |
Overschrijding > 90 dagen | 15.943 | 19.914 | 35.857 |
Bruto bedrag | 239.754 | 31.739 | 271.493 |
Bijzondere waardevermindering | - | -21.094 | -21.094 |
Totaal | 239.754 | 10.645 | 250.399 |
De Directie verwacht dat de vorderingen waarop geen bijzondere waardevermindering is toegepast en waarvan de betalingstermijn niet is verstreken of minder dan 30 dagen is verstreken volledig inbaar zijn, gebaseerd op historisch betalingsgedrag en intensieve analyse van kredietrisico’s, inclusief onderliggende kredietwaardigheidsscore’s indien beschikbaar.
De mutatie in de voorziening voor bijzondere waardeverminderingen met betrekking tot de handels- en overige vorderingen gedurende het boekjaar kan als volgt worden weergegeven:
€ 1.000
2015 | 2014 | |
Stand op 1 januari | 16.007 | 21.094 |
In het boekjaar afgeschreven | -1.593 | -9.833 |
In het boekjaar vrijgevallen | -930 | -651 |
In het boekjaar toegevoegd | 7.613 | 5.397 |
Translatie verschillen | 87 | - |
Stand op 31 december | 21.184 | 16.007 |
Langlopend | 3.714 | 1.570 |
Kortlopend | 17.470 | 14.437 |
Stand op 31 december | 21.184 | 16.007 |
De dotatie aan de voorziening voor bijzondere waardeverminderingen in 2015 was € 1.937 duizend hoger dan de dotatie in 2014. Dit betreft het verschil tussen het saldo van de in 2015 en 2014 toegevoegde en vrijgevallen bedragen. De dotatie aan de voorziening per 31 december 2015 heeft betrekking op een aantal afnemers met name in de varkenssector. Deze afnemers hebben aangegeven dat ze niet verwachten in staat te zullen zijn hun openstaande saldi te betalen, hoofdzakelijk als gevolg van economische omstandigheden. De toename van het langlopende deel van de voorziening is hoofdzakelijk het gevolg van een verschuiving van kortlopend naar langlopend.
De bijzondere waardevermindering per 31 december 2014 heeft betrekking op een aantal afnemers dat heeft aangegeven niet te verwachten in staat te zullen zijn hun openstaande saldi te betalen, hoofdzakelijk als gevolg van economische omstandigheden.
Per 1 januari 2014 is een bijzondere waardevermindering verantwoord van € 9 miljoen als gevolg van een verslechterende situatie bij twee grote afnemers. Gedurende 2014 vormde dit bedrag een deel van de afschrijving in de voorziening voor bijzondere waardeverminderingen met betrekking tot handels- en overige vorderingen. Het restant van de bijzondere waardevermindering per 1 januari 2014 had betrekking op verschillende afnemers die hebben aangegeven niet te verwachten in staat te zullen zijn hun openstaande saldi te betalen, hoofdzakelijk als gevolg van economische omstandigheden.
Geldmiddelen en kasequivalenten
Geldmiddelen en kasequivalenten worden aangehouden bij eerste klas internationale banken, dat wil zeggen banken met een credit rating van tenminste ‘single A’. In derivaten wordt alleen gehandeld met banken met een hoge credit-rating; AA- tot AA+.
Garanties
Het beleid van de Groep is in principe geen financiële garanties af te geven, met uitzondering van garanties voor enkele van haar Nederlandse deelnemingen. Verwezen wordt naar noot 34.
2.2.1.29.2.3
Liquiditeitsrisico
Liquiditeitsrisico is het risico dat de Groep problemen krijgt om te voldoen aan haar verplichtingen uit hoofde van in contanten of andere financiële activa af te wikkelen financiële verplichtingen. De uitgangspunten van het liquiditeitsrisicobeheer van de Groep zijn dat er, voor zover mogelijk, voldoende liquiditeiten worden aangehouden om te kunnen voldoen aan haar financiële verplichtingen wanneer deze vervallen, in normale en moeilijke omstandigheden, en zonder dat onaanvaardbare verliezen worden gelopen of de reputatie van de Groep in gevaar komt.
De Groep houdt de volgende faciliteit aan van in totaal € 300 miljoen, waarvoor geen zekerheden zijn afgegeven.
- € 200 miljoen is bestemd voor roll over leningen. De rente bedraagt Euribor/Libor plus 70 basispunten (2014: Euribor/Libor plus 70 basispunten).
- € 100 miljoen is bestemd voor rekening courant behoefte en kan worden getrokken om te voorzien in korte termijn financieringsbehoefte. De rente bedraagt Euribor/Libor plus 70 basispunten (2014: Euribor/Libor plus 70 basispunten).
Daarnaast heeft ForFarmers Thesing een financieringsarrangement zonder zekerheden met een maximum bedrag € 6 miljoen. De rente bedraagt 2,47% (2014: 1,393%).
Blootstelling aan liquiditeitsrisico
Hieronder worden de resterende contractuele looptijden van de financiële verplichtingen per balansdatum weergegeven. De bedragen zijn bruto en niet contant gemaakt en zijn inclusief rentebetalingen en exclusief de effecten van salderingsovereenkomsten.
€ 1.000
31 december 2015 | Boekwaarde | Contractuele kasstromen | ||||
Totaal | < 1 jaar | 1 - 2 jaar | 2 - 5 jaar | > 5 jaar | ||
Niet-afgeleide financiële verplichtingen | ||||||
Rekening-courantkredieten banken | 1.794 | 1.794 | 1.794 | - | - | - |
Bankleningen zonder zekerheden | 52.811 | 58.036 | 708 | 708 | 56.620 | - |
Financiële-leaseverplichtingen | 355 | 355 | 198 | 104 | 53 | - |
Handelsschulden | 99.437 | 99.746 | 99.568 | 7 | 171 | - |
De Groep heeft de beschikking over geldmiddelen en kasequivalenten per 31 december 2015 ten bedrage van € 88.293 duizend.
€ 1.000
31 december 2014 | Boekwaarde | Contractuele kasstromen | ||||
Totaal | < 1 jaar | 1 - 2 jaar | 2 - 5 jaar | > 5 jaar | ||
Niet-afgeleide financiële verplichtingen | ||||||
Rekening-courantkredieten banken | 2.535 | 2.535 | 2.535 | - | - | - |
Bankleningen zonder zekerheden | 49.481 | 54.750 | 668 | 668 | 2.004 | 51.410 |
Financiële-leaseverplichtingen | 639 | 639 | 372 | 154 | 83 | 30 |
Handelsschulden | 101.514 | 101.514 | 101.514 | - | - | - |
De Groep heeft de beschikking over geldmiddelen en kasequivalenten per 31 december 2014 ten bedrage van € 77.729 duizend.
€ 1.000
1 januari 2014 | Boekwaarde | Contractuele kasstromen | ||||
Totaal | < 1 jaar | 1 - 2 jaar | 2 - 5 jaar | > 5 jaar | ||
Niet-afgeleide financiële verplichtingen | ||||||
Rekening-courantkredieten banken | 16.574 | 16.574 | 16.574 | - | - | - |
Bankleningen met zekerheden | 133.103 | 141.228 | 12.269 | 79.460 | 49.499 | - |
Financiële-leaseverplichtingen | 971 | 971 | 472 | 296 | 150 | 53 |
Handelsschulden | 101.612 | 101.612 | 101.612 | - | - | - |
De Groep heeft de beschikking over geldmiddelen en kasequivalenten per 1 januari 2014 ten bedrage van € 146.804 duizend.
Zoals toegelicht in noot 25 heeft de Groep een banklening zonder zekerheden waarop een convenant van toepassing is. Indien de Groep in de toekomst niet aan dit convenant zou kunnen voldoen kan de Groep verplicht zijn de lening eerder terug te betalen dan is aangegeven in de bovenstaande tabel. Het convenant wordt bewaakt op regelmatige basis door de treasury afdeling en er wordt regelmatig over gerapporteerd aan de Directie teneinde zeker te stellen dat wordt voldaan aan de bepalingen in de overeenkomst. Per het einde van het boekjaar wordt voldaan aan het convenant, zoals nader is toegelicht in noot 25.
De rentebetalingen op leningen met variabele rente in bovenstaande tabel reflecteren toekomstige marktrente per de rapportagedatum en deze bedragen kunnen muteren als de marktrente muteert. De toekomstige kasstromen op leningen van financiële instellingen kunnen verschillen van de bedragen in de bovenstaande tabel indien rentetarieven, valutakoersen of relevante voorwaarden in de verplichtingen veranderen. Met uitzondering van deze verplichtingen, wordt niet verwacht dat de kasstromen inbegrepen in de analyse van looptijden significant vroeger zullen optreden of voor significant andere bedragen. Voor de daling van de financiële leaseverplichting zie noot 25.
2.2.1.29.2.4
Markt risico
Marktrisico is het risico dat veranderingen in marktprijzen, zoals valutakoersen, rentetarieven en aandelenkoersen, invloed hebben op de inkomsten van de Groep of de waarde van zijn beleggingen in financiële instrumenten. Het doel van het marktrisicobeheer is het beheren en beheersen van de marktrisicopositie binnen aanvaardbare grenzen onder het gelijktijdig optimaliseren van het rendement.
Valuta risico
Het valutarisico van de Groep vloeit voort uit aan en verkopen en financieringen die luiden in andere valuta dan de functionele valuta van de entiteiten van de Groep. De functionele valuta van de entiteiten van de Groep zijn voornamelijk de euro (EUR) en het Britse pond (GBP). Het merendeel van hun transacties en resulterende saldi vinden plaats in hun lokale en functionele valuta.
In het algemeen worden leningen getrokken in valuta die overeenkomen met de kasstromen die worden gegenereerd door de onderliggende ondernemingen van de Groep, primair de Euro, maar ook het Britse pond.
Rente op leningen wordt berekend in de valuta van de lening. Dit leidt tot een economische hedge zonder dat derivaten worden ingezet en daarom wordt geen hedge accounting toegepast.
De aan- en verkooptransacties van de Groep worden uitgevoerd in de functionele valuta van de respectievelijke entiteit, zodat prognoses van aan- en verkooptransacties niet onderhevig zijn aan valutarisico’s.
De Groep heeft per 31 december 2015 geen valutacontracten afgesloten om valutarisico’s af te dekken.
Met betrekking tot monetaire activa en verplichtingen in buitenlandse valuta is het beleid van de Groep om zeker te stellen dat de netto blootstelling binnen de overeengekomen limieten per bedrijfsonderdeel blijft.
Blootstelling aan valuta risico
De samenvatting van gegevens met betrekking tot de financiële activa en verplichtingen in vreemde valuta kan als volgt worden weergegeven:
x 1.000
31 december 2015 | 31 december 2014 | 1 januari 2014 | ||||
EUR | GBP | EUR | GBP | EUR | GBP | |
Handelsvorderingen | 105.864 | 69.418 | 120.514 | 70.281 | 128.321 | 76.108 |
Bankleningen zonder zekerheden | - | 40.000 | - | 40.000 | - | - |
Bankleningen met zekerheden | - | - | - | - | 64.000 | 57.130 |
Financiële-leaseverplichtingen | - | 261 | - | 497 | - | 810 |
Handelsschulden | 41.359 | 61.514 | 44.504 | 43.464 | 49.237 | 43.666 |
Netto transactie-positie | 64.505 | -32.356 | 76.010 | -13.680 | 15.084 | -25.498 |
De netto financiële positie in Engelse ponden wordt gebruikt voor financiering van de activa in Engelse ponden.
De volgende belangrijke wisselkoersen zijn toegepast gedurende het boekjaar:
Gemiddelde koers | Spotkoers ultimo jaar | ||||
31 december 2015 | 31 december 2014 | 31 december 2015 | 31 december 2014 | 1 januari 2014 | |
GBP | 0,7258 | 0,8061 | 0,7340 | 0,7789 | 0,8337 |
Gevoeligheidsanalyse
Er zijn geen financiële instrumenten in de geconsolideerde jaarrekening die individueel zijn blootgesteld aan een valutarisico. Daarom is geen gevoeligheidsanalyse weergegeven.
Rente risico
De Groep test het renterisico op potentiële financiële invloed. Indien de potentiële invloed niet acceptabel is wordt de blootstelling aan het risico geëlimineerd door het vastzetten van de rente. Dit wordt deels gerealiseerd door contracten met instrumenten met vaste rente af te sluiten en deels door te lenen tegen een variabel tarief en het gebruik van renteswaps om de risico’ s van fluctuaties van renteniveaus af te dekken.
Blootstelling aan renterisico
Het profiel van de rentetarieven van de rentedragende financiële instrumenten kan als volgt worden weergegeven:
€ 1.000
Boekwaarde | |||
31 december 2015 | 31 december 2014 | 1 januari 2014 | |
Instrumenten met een vaste rente | |||
Financiële activa | 12.494 | 5.021 | 5.503 |
Instrumenten met een variabele rente | |||
Financiële verplichtingen | 52.811 | 49.481 | 133.103 |
De financiële activa hebben betrekking op de leningen aan afnemers, medewerkers en overige langlopende vorderingen.
De financiële verplichtingen hebben betrekking op opgenomen leningen welke hoofdzakelijk ten doel hebben de langlopende activa te financieren.
Reële-waardegevoeligheidsanalyse voor instrumenten met een vaste rente
De Groep heeft geen financiële activa en verplichtingen met een vaste rente die worden opgenomen tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in het resultaat. Daarnaast merkt de Groep derivaten (renteswaps) niet aan als afdekkingsinstrumenten als onderdeel van een hedge accounting-model op basis van reële waarde. Om die reden heeft een wijziging in de rente op de verslagdatum geen invloed op het resultaat.
Kasstroomgevoeligheidsanalyse voor instrumenten met een variabele rente
Een redelijkerwijs mogelijke wijziging van de rentetarieven op de verslagdatum met 50 basispunten zou resulteren in een toename (afname) van het eigen vermogen en het resultaat met de hieronder vermelde bedragen. In deze analyse is verondersteld dat alle andere variabelen, in het bijzonder de valutakoersen, constant blijven.
Het effect van de renteswap actief per 31 december 2014 is naar verwachting beperkt, omdat de looptijd van deze swap beperkt is (tot 1 september 2015) en de waarde van de swap per 31 december 2014 € 96 duizend bedraagt. Daarom zijn de effecten van deze swap niet in de onderstaande tabel opgenomen.
De invloed op het eigen vermogen wordt verondersteld gelijk te zijn aan de invloed op de winst-en-verliesrekening omdat er geen financiële instrumenten met variabele rente zijn die het eigen vermogen direct beïnvloeden.
€ 1.000
Resultaat
Eigen vermogen
Verhoging 50 basis punten
Verlaging 50 basis punten
Verhoging 50 basis punten
Verlaging 50 basis punten
31 december 2015
Instrumenten met een variabele rente
-264
264
-205
205
31 december 2014
Instrumenten met een variabele rente
-247
247
-194
194
1 januari 2014
Instrumenten met een variabele rente
-666
666
-510
510
De Groep heeft salderingsovereenkomsten afgesloten met betrekking tot haar geldmiddelen en kasequivalenten en rekening courantkredieten. Deze overeenkomsten voldoen aan de criteria voor saldering van betrokken posten in de balans. De bruto positie per 31 december 2015 bedroeg € 43.198 duizend (2014: € 28.657 duizend) credit en € 88,390 duizend (2014: € 54.338 duizend) debet. Het netto bedrag bedraagt € 45.192 duizend (2014: € 22.882 duizend) debet en is verantwoord onder geldmiddelen en kasequivalenten (noot 21).
Commodity prijs risico’s
Het grootste deel van de kostprijs van de omzet bestaat uit grondstoffen. De markten voor deze grondstoffen zijn de laatste jaren zeer volatiel geworden als gevolg van onzekere weersomstandigheden, oogstverwachtingen, afname van natuurlijke hulpbronnen, variaties in vraag en toenemende welvaart. De toegenomen volatiliteit leidt tot een toename van de risico’s verbonden aan de inkoop van grondstoffen en daarmee tot een toename van het belang van risicomanagement. Het beleid inzake risicomanagement van aankopen is gebaseerd op de risicobereidheid van ForFarmers en wordt continue bewaakt.
Een deel van de kosten van de Groep bestaat uit de kosten van energie en brandstoffen. Veranderingen in de prijzen hiervan beïnvloeden de kosten van productie en transport van de producten van de Groep. Hogere kosten kunnen niet in alle gevallen worden doorberekend in de verkoopprijzen, hetgeen de resultaten negatief kan beïnvloeden. In de laatste jaren zijn de prijzen van brandstof en energie relatief volatiel geweest. Ten behoeve van de aankoop van energie heeft de Groep een inkoopbeleid opgesteld. Onderdeel van dit beleid is, indien noodzakelijk, het prijsrisico af te dekken via financiële instrumenten en commodity overeenkomsten. De toepassing van dit inkoopbeleid wordt bewaakt.
De ontwikkelingen op de markten voor energie en brandstoffen worden nauwgezet gevolgd.
Overige marktprijsrisico’s
De Groep is blootgesteld aan het prijsrisico op eigenvermogensinstrumenten, voortvloeiend uit voor verkoop beschikbare effecten. Deze investeringen worden bewaakt op individuele basis en alle aan- en verkoopbeslissingen worden goedgekeurd door de Directie.
Gevoeligheidsanalyse – koersrisico
Deze eigenvermogensinstrumenten zijn niet genoteerd aan een gereguleerde beurs. De Groep gaat er van uit dat een mutatie in de factoren die de waarde van deze investeringen beïnvloeden geen invloed van materiële betekenis heeft op haar winst-en-verliesrekening of eigen vermogen, als gevolg van de beperkte omvang van deze investeringen die operationele activiteiten van beperkte omvang uitoefenen.
2.2.1.30 30. Lijst met belangrijkste deelnemingen
Hieronder is een lijst weergegeven met de belangrijkste deelnemingen en joint venture van de Groep:
Overzicht van belangrijke dochterondernemingen
2.2.1.31 31. Minderheidsbelangen
De onderstaande tabel geeft een samenvatting van de informatie met betrekking tot de deelnemingen van de Groep waar sprake is van een minderheidsbelang van materiële omvang, voor eventuele eliminaties.
€ 1.000
31 december 2015 | ForFarmers Thesing Mischfutter GmbH | ForFarmers Thesing Mischfutter GmbH & Co. KG | Leafield Feeds Ltd. | Intra-Groep eliminaties | Totaal |
40% | 40% | 0% | |||
Vaste activa | - | 3.608 | - | - | 3.608 |
Vlottende activa | 185 | 16.446 | - | - | 16.631 |
Langlopende verplichtingen | - | -4.334 | - | - | -4.334 |
Kortlopende verplichtingen | - | -4.297 | - | - | -4.297 |
Netto activa | 185 | 11.423 | - | - | 11.608 |
Boekwaarde van minderheidsbelang | 74 | 4.569 | - | - | 4.643 |
Omzet | - | 63.199 | 6.383 | - | 69.582 |
Resultaat | 13 | 1.542 | -113 | - | 1.441 |
Niet-gerealiseerde resultaten | - | - | - | - | - |
Totaal van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten | 13 | 1.542 | -113 | - | 1.441 |
Resultaat toegerekend aan minderheidsbelang | 5 | 617 | -39 | - | 583 |
Niet-gerealiseerde resultaten toegerekend aan minderheidsbelang | - | - | - | - | - |
€ 1.000
2015 | ForFarmers Thesing Mischfutter GmbH | ForFarmers Thesing Mischfutter GmbH & Co KG | Leafield Feeds Ltd | Totaal |
Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten | 2.067 | - | - | 2.067 |
Kasstroom uit investeringsactiviteiten | -190 | - | - | -190 |
Kasstroom uit financieringsactiviteiten (dividenden aan minderheidsbelang: nihil) | -1.907 | - | - | -1.907 |
Netto toename (afname) in geldmiddelen en kasequivalenten | -30 | - | - | -30 |
€ 1.000
31 december 2014 | ForFarmers Thesing Mischfutter GmbH | ForFarmers Thesing Mischfutter GmbH & Co KG | Leafield Feeds Ltd | Intra- Group Eliminations | Totaal |
40% | 40% | 24% | |||
Vaste activa | 125 | 2.261 | 829 | - | 3.215 |
Vlottende activa | 58 | 18.226 | 1.426 | - | 19.710 |
Langlopende verplichtingen | - | -4.254 | -802 | - | -5.056 |
Kortlopende verplichtingen | -11 | -5.351 | -1.651 | - | -7.013 |
Nettoactiva | 172 | 10.882 | -198 | - | 10.856 |
Boekwaarde van minderheidsbelang | 69 | 4.353 | -47 | -12 | 4.363 |
Opbengsten | - | 70.366 | 9.259 | - | 79.625 |
Resultaat | 20 | 2.378 | -253 | - | 2.145 |
Niet-gerealiseerde resultaten | - | - | 108 | - | 108 |
Totaal van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten | 20 | 2.378 | -145 | - | 2.253 |
Resultaat toegerekend aan minderheidsbelang | 8 | 951 | -35 | -36 | 888 |
Niet gerealiseerde resultaten toegerekend aan minderheidsbelang | - | - | 26 | 1 | 27 |
€ 1.000
2014 | ForFarmers Thesing Mischfutter GmbH | ForFarmers Thesing Mischfutter GmbH & Co KG | Leafield Feeds Ltd | Totaal |
Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten | -1.793 | - | - | -1.793 |
Kasstroom uit investeringsactiviteiten | -305 | - | - | -305 |
Kasstroom uit financieringsactiviteiten (dividenden aan minderheidsbelang: nihil) | 2.096 | - | - | 2.096 |
Netto toename (afname) in geldmiddelen en kasequivalenten | -2 | - | - | -2 |
€ 1.000
1 januari 2014 | ForFarmers Thesing Mischfutter GmbH | ForFarmers Thesing Mischfutter GmbH & Co KG | Leafield Feeds Ltd | Intra-Group eliminaties | Totaal |
40% | 40% | 24% | |||
Vaste activa | 143 | 2.254 | 898 | - | 3.295 |
Vlottende activa | 9 | 21.338 | 2.280 | - | 23.627 |
Langlopende verplichtingen | - | -72 | -750 | - | -822 |
Kortlopende verplichtingen | - | -12.816 | -2.369 | - | -15.185 |
Netto activa | 152 | 10.704 | 59 | - | 10.915 |
Boekwaarde van minderheidsbelang | 61 | 4.282 | 14 | -29 | 4.328 |
2.2.1.32 32. Verwerving van minderheidsbelangen
In 2015 heeft de Groep een additioneel belang verworven van 12,5% in ForFarmers BM GmbH en een additioneel belang van 24% in Leafield Feeds Ltd.voor een prijs van € 687 duizend, waarmee zij haar aandeel in deze ondernemingen heeft vergroot respectievelijk van 87,5% naar 100% en van 76% naar 100%.
2.2.1.33 33. Operationele leaseovereenkomsten
Leaseovereenkomsten waarbij als lessee wordt opgetreden
De Groep huurt een aantal vestigingen, machines en installaties en voertuigen op basis van operationele-leaseovereenkomsten.
De Groep heeft de mogelijkheid voor sommige van deze activa de looptijd van de huur te verlengen. In deze gevallen worden de voorwaarden van de overeenkomst heronderhandeld aan het einde van de oorspronkelijke looptijd van het contract. Daarnaast worden de huurbedragen in bepaalde contracten periodiek verhoogd gebaseerd op markt voorwaarden
De toekomstige minimale bedragen te betalen onder niet-opzegbare operationele lease-overeenkomsten per 31 december kunnen als volgt worden weergegeven:
€ 1.000
31 december 2015 | 31 december 2014 | 1 januari 2014 | |
Minder dan 1 jaar | 7.187 | 9.485 | 10.383 |
Tussen 1 - 5 jaar | 9.505 | 15.342 | 20.314 |
Meer dan 5 jaar | 5.981 | 6.658 | 7.977 |
Totaal | 22.673 | 31.485 | 38.674 |
Van de leasebetalingen is in 2015 een bedrag van € 7.983 duizend (2014: € 13.820 duizend) verantwoord in de winst-en-verliesrekening als onderdeel van de overige bedrijfskosten. De daling van de toekomstige lease betalingen komt doordat activa die voorheen werden geleased in het Verenigd Koninkrijk nu worden gekocht. Dit betreft voornamelijk transportmiddelen.